Wilfrid, bisschop van York, maakt bezwaar tegen het opsplitsen van zijn bisdom. Hij wordt door koning Ecgfrith van Northumbria verbannen en vertrekt naar Rome om zijn zaak te bepleiten.
Wilfrid wordt ontvangen door Aldgisl, koning van de Friezen, die hem ondanks het verzoek van hofmeier Ebroin weigert uit te leveren. Hij begint met het prediken van het christendom.