Aire-sur-la-Lys (Nederlands, beperkt en streekgebonden: Ariën(-aan-de-Leie)) is een stad en gemeente in het Franse departement Pas-de-Calais. De gemeente ligt aan de Leie (Frans: Lys), op de grens van Frans-Vlaanderen en Artesië. Ze telde op 1 januari 2021 9.585[1] inwoners, die Airois worden genoemd.
Geschiedenis
Een oude vermelding van de plaats dateert uit de 9de eeuw als Aria monasterium. Uit de 11de eeuw dateert een vermelding als Aria.
Aire-sur-la-Lys ontwikkelde zich rond een versterking gebouwd door de Vlaamse graaf Boudewijn II van Henegouwen om de streek te beschermen tegen de invallen van de Vikingen. In de 12e eeuw liet graaf Boudewijn de Moedige, in Vlaanderen gekend als Boudewijn VIII, de Sint-Pieterskerk bouwen. Graaf Filips van de Elzas verleende in 1188 stadsrechten aan Ariën (Loi de l'Amitié). In de 16e eeuw kreeg het Frans de overhand op het Nederlands.[bron?]
Tussen 1127 en 1710 werd de stad elfmaal belegerd. Ze werd later Bourgondisch bezit en dan Spaans. Vauban belegerde de stad in 1676. Ze bleef onderdeel van de Zuidelijke Nederlanden tot 14 april 1713, toen de stad door het Verdrag van Utrecht definitief bij Frankrijk werd ingelijfd.
Aire werd ook vermeld door Casanova in zijn memoires . Hij werd er, naar eigen zeggen, onheus behandeld nadat hij gelogen had een koerier te zijn waarna men de stadspoorten heeft geopend. De tekst geeft een sumier beeld van de plaats aan het einde van het Ancien Régime.[2]
Op het eind van het ancien régime werd Aire-sur-la-Lys een gemeente, waarin onder meer ook de parochies Rincq, Saint-Quentin en Saint-Martin en hun afhankelijkheden werden ondergebracht. De vestingwerken werden ontmanteld in 1893.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Aire-sur-la-Lys een eindje van het front. In de stad waren een Brits hoofdkwartier en verschillende medische posten gevestigd.
In 1983 werd de gemeentenaam officieel gewijzigd van Aire in Aire-sur-la-Lys.
Geografie
De oppervlakte van Aire-sur-la-Lys bedroeg op 1 januari 2021 33,38 vierkante kilometer; de bevolkingsdichtheid was toen 287,1 inwoners per km². Door de stad stroomt de Leie, waar de Nieuwegracht en het Canal d'Aire op aansluiten.
Aire-sur-la-Lys ligt in het uiterste westen van de laagvlakte van de Leie. De Laquette mondt hier in de Leie uit. Verder stroomopwaarts liggen de heuvels van Artesië. Verder naar het oosten ligt het Niepebos, een uitgestrekt bosgebied.
Het Baljuwhuis (baillage) (baljuwgerecht), in Vlaamse renaissancestijl, opgetrokken tussen 1595 en 1600, gefinancierd door taksen op bier. De toenmalige burgemeester kreeg hiervoor toelating vanuit Brussel. Het werd in 1886 geklasseerd als monument historique.
Hôtel d'Orgeville uit het begin van de 19de eeuw, ingeschreven als monument historique in 1948.
Hôpital Saint-Jean uit het begin van de 18de eeuw, in 1946 en 1947 ingeschreven als monument historique.
De restanten van het Fort Saint-François of Fort Gassion, in 1990 ingeschreven als monument historique.
Op de gemeentelijke Begraafplaats van Aire-sur-la-Lys bevindt zich een Britse militaire perk met zo'n 900 gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog
De Caserne Taix en de Caserne Listenois, kazernes uit het eind van de 17de en begin van de 18de eeuw, in 2002 ingeschreven als monument historique.
Brasserie de la Lys, een voormalige brouwerij en mouterij, in 1999 ingeschreven als monument historique.
Enkele woonhuizen werden in 1948 ingeschreven als monument historique: een woning uit 1638 aan de Rue d'Arras 2, een pand uit 1720 aan de Rue du Bourg 2 en een uit 1722 aan de Rue du Bourg 4, een huis uit 1717 aan de Rue de Saint-Omer 7, een uit de eerste helft van de 16de eeuw aan de Rue de Saint-Omer 28 en een uit de tweede helft van de 18de eeuw aan de Rue de Saint-Omer 31
Het college uit 1621, in 1946 als monument historique ingeschreven.
Maison des Dévotaires uit 1711, ingeschreven als monument historique in 1946.
Chapelle Beaudelle uit 1868, ingeschreven als monument historique in 2003.
Bastion de Beaulieu, ingeschreven als monument historique in 1990.
Porte d'Arras (Atrechtsepoort) en de Porte de Saint-Omer (Sint-Omaarsepoort), die op het eind van de 19de eeuw werden ontmanteld en aan het stadion werden herbouwd. De poort werd in 1946 als monument historique ingeschreven.
De Sint-Kwintenskerk (Église Saint-Quentin), in het tot de gemeente Aire-sur-la-Lys behorende dorp Saint-Quentin, in 1989 geklasseerd als monument historique.
De Rue de Saint-Omer in Aire-sur-la-Lys met de Sint-Jacobus de Meerdere en Sint-Ignatiuskerk
Economie
De landbouw in de omgeving van Aire-sur-la-Lys is van belang geweest. Er verrees een grote graansilo. Omdat Aire-sur-la-Lys tot 1893 een vestingstad was, was er geen ruimte voor industrialisatie. Er is in de 19e eeuw nog gezocht naar steenkool, maar dit leverde niets op. Een belangrijke werkgever was de keramische industrie van Beugin, die in 1985 sloot. Kleinere ondernemingen waren actief in de textiel en in de voedingsmiddelenindustrie. In 1972 kwam er een bedrijventerrein. De belangrijkste werkgevers voor Aire liggen buiten de gemeentegrenzen, zoals de staalfabriek van ArcelorMittal te Isbergues en de glasfabriek van Arc International te Arques.
Demografie
Onderstaande figuur toont het verloop van het inwoneraantal van Aire-sur-la-Lys vanaf 1962.