Kiefer gebruikt in zijn werk naast verf ook materialen als stro, zand, glas, as, beton, roestig ijzer, klei, haar en lood. Zijn werk zit vol verwijzingen naar historische gebeurtenissen en figuren, filosofie, en wetenschappelijke theorieën. Oorlog, vernietiging, verval en destructie zijn belangrijke thema's in zijn werk.
Leven en werk
Kiefer werd geboren in de kelder van het ziekenhuis in Donaueschingen in het Zwarte Woud terwijl de stad werd gebombardeerd.[1] Kiefer groeide vanaf 1951 op in Ottersdorf en hij ging naar school in Rastatt. Hij studeerde rechten, literatuur en Romaanse taalwetenschappen aan de Universiteit van Freiburg. Vanaf 1966 studeerde hij aan kunstacademies in Freiburg, Karlsruhe en Düsseldorf, en in 1969 werd hij in de kunstwereld bekend door de fotoreeks Besetzungen, een serie zelfportretten, gemaakt op beladen locaties in Frankrijk, Zwitserland en Italië, waarop hij de Hitlergroet bracht. Dit als commentaar op de situatie in het naoorlogse Duitsland, waar over het fascisme voornamelijk werd gezwegen. Ook op zijn schilderijen toonde hij betrokkenheid bij de Duitse problematiek, door bijvoorbeeld de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog tot onderwerp te nemen. Tussen 1970 en 1972 studeerde Kiefer bij Joseph Beuys aan de kunstacademie in Düsseldorf. In 1976 verbleef hij in de Villa Massimo in Rome.
Vanaf 1993 woonde en werkte hij in het Franse Barjac waar hij een verlaten industrieterrein heeft omgetoverd tot een 35 hectare groot atelier dat hij La Ribaute heeft gedoopt.
In 2008 verhuisde hij naar Croissy-Beaubourg bij Parijs. Omdat de meeste van zijn werken enorme afmetingen hebben, heeft hij er zijn atelier ondergebracht in het gigantische depot dat voordien gebruikt werd door het warenhuis La Samaritaine.
In 2009 verzocht het Rijksmuseum Kiefer een kunstwerk te maken, geïnspireerd op De Nachtwacht. Maar toen het werk in 2011 gereed kwam, leek het opmerkelijk genoeg meer te zijn geïnspireerd door Vincent van Gogh dan door Rembrandt. Over de drie vitrines schreef NRC-kunstredacteur Birgit Donker: "Twee zijn gevuld met zonnebloemen, de middelste met het klapstoeltje dat zo vaak figureert op schilderijen van Van Gogh. Het heet La Berceuse (De wiegster), net als Van Goghs beoogde drieluik uit 1888".[3]
Het Kröller-Müller Museum kreeg werken van Kiefer van de kunstenaar-ontwerper Martin Visser.
Bibliografie
Die Donauquelle. Keulen 1978
Hoffmann von Fallersleben auf Helgoland. Groningen 1980
Nothung, ein Schwert verhieß mir der Vater. Baden-Baden 1983
Ein Buch von Anselm Kiefer. Erotik im Fernen Osten oder: Transition from Cool to Warm. Stuttgart 1988
Zweistromenland. Keulen 1989
Über 5 Räume und Völker. Nachwort von K. Gallwitz. Frankfurt am Main 1990