De Baltische staten of Oostzeelanden (ook wel Balticum genoemd) (Estisch: Balti riigid, Baltimaad, Lets: Baltijas valstis, Litouws: Baltijos valstybės) zijn de landen aan de oostkust van de Oostzee. Het zijn van noord naar zuid en in oplopende grootte Estland, Letland en Litouwen. Ze worden tot Noord-Europa gerekend, maar ook wel tot Oost-Europa.
Oorspronkelijk werd de term gebruikt voor de aan de Oostzee gelegen delen van het voormalige Keizerrijk Rusland die na de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van Rusland zelfstandig werden, te weten Finland, Estland, Letland en Litouwen. Later werd de benaming gebruikt voor de weer door de Sovjet-Unie geannexeerde landen, dus zonder Finland.
Vergelijking
De Baltische staten hebben naast hun ligging en hun vergelijkbare grootte gemeen dat ze zich alle drie aan het eind van de Eerste Wereldoorlog losmaakten van Rusland, dat toen in een burgeroorlog verwikkeld was. Tussen 1918 en 1940 waren ze onafhankelijke republieken. In het Molotov-Ribbentroppact van 1939 kwamen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie overeen dat de Baltische staten in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie mochten komen. In juni 1940 werden ze door de Sovjets bezet, om in 1991 opnieuw onafhankelijk te worden. De drie landen zijn parlementaire republieken, die samen het Baltische Assemblee oprichtten. In 2004 traden ze toe tot de Europese Unie en de NAVO.