Knights eerste internationale prestatie van formaat was haar overwinning op de 100 m tijdens de wereldkampioenschappen voor B-junioren in Marrakesh in 2005. Ze werd er ook nog eens tweede op de 200 m. Twee jaar later werd zij op laatstgenoemd sprintnummer in de Verenigde Staten kampioene bij de junioren, terwijl zij in 2007 op de 200 m tevens de Pan-Amerikaanse titel bij de junioren veroverde.
In 2009 gaf Knight acte de présence op diverse grote atletiekevenementen. Haar beste prestatie was haar overwinning tijdens de Aviva Birmingham Grand Prix in Gateshead, maar op de Amerikaanse kampioenschappen werd ze opnieuw vijfde en zat uitzending naar het belangrijkste toernooi van het jaar, de wereldkampioenschappen in Berlijn, er opnieuw niet in. Dit beeld veranderde niet in 2010: weer werd ze vijfde op de Amerikaanse kampioenschappen, maar liet zij zich op internationale toernooien op de 200 m vaak vooraan zien. In Gateshead herhaalde zij haar zege van een jaar eerder.
Succes op de 4 x 100 m
Haar doorbraak kwam in 2011. Ze werd ditmaal vierde op de 200 m tijdens de Amerikaanse kampioenschappen en zegevierde op dit nummer onder meer op enkele grote toernooien die deel uitmaakten van de IAAF Diamond League. Het leverde haar uiteindelijk uitzending op naar de WK in Daegu, waar zij haar kans greep en op de 4 x 100 m estafette als startloopster, samen met Allyson Felix, Marshevet Myers en Carmelita Jeter, in 41,56 s naar de overwinning snelde voor de Jamaicaanse ploeg, die tweede werd in 41,70 en het in 42,51 als derde finishende Oekraïense viertal. Op de Olympische Zomerspelen 2012 in Londen won ze op de 4 x 100 m estafette een gouden medaille. Met een wereldrecordtijd van 40,82 eindigde ze in de finale voor de estafetteploegen uit Jamaica (zilver; 41,41) en Oekraïne (brons; 42,04). Ze was de startloopster in de formatie die verder bestond uit Tianna Madison, Allyson Felix en Carmelita Jeter.