Ze was erg op eerlijkheid gesteld en zette zich sterk in voor liefdadigheid. Carolina was eveneens ongelukkig verliefd op de gehuwde, biseksuele hoveling John Hervey, die mogelijk een relatie had met haar broer kroonprins Frederik. Na de dood van Hervey in 1743 trok ze zich voor de rest van haar leven terug in St. James' Palace, waar ze enkel voor familie en dichte vrienden toegankelijk was. Carolina bleef ongehuwd en kinderloos en stierf in december 1757 op 44-jarige leeftijd. Ze werd bijgezet in Westminster Abbey.