Cochem (voorheen ook wel Kochem) is een stad aan de Moezel in Duitsland, gelegen in de deelstaat Rijnland-Palts. De stad telt 5.256 inwoners.[1] Cochem is de hoofdplaats van de Landkreis Cochem-Zell en staat bekend om zijn toeristische karakter, met het opvallende bergslot als belangrijk kenmerk van het stadsbeeld.
Geschiedenis
De Rijksburcht Cochem werd gebouwd in de 12e en 13e eeuw en diende ter verdediging van de stad en de rivier de Moezel. Cochem maakte eeuwenlang deel uit van het aartsbisdom Trier. Tijdens de Negenjarige Oorlog werd Cochem in 1689 grotendeels verwoest door de troepen van Lodewijk XIV, waaronder ook de burcht. De heropbouw van de stad verliep moeizaam. Een eeuw later, na de Vrede van Bazel (1795), kwam de stad onder Frans revolutionair bestuur. In 1801 verbleef Napoleon Bonaparte kortstondig in Cochem tijdens zijn oorlogen met de Duitse staten.
Na het Congres van Wenen in 1815 werd Cochem onderdeel van de PruisischeRijnprovincie. In 1868 werd de verwoeste burcht gekocht en gerestaureerd door de Berlijnse zakenman Ravené, die het als zomerverblijf gebruikte. Tegenwoordig is de burcht eigendom van de stad.
Het Cochemer model, een werkwijze voor familierechtelijke kwesties, wordt internationaal met de rechtbank van Cochem geassocieerd.