Denekamp heeft buiten het centrum een aantal uitgestrekte woonwijken met veel groen. Met ruim 2000 inwoners is Janskamp de grootste woonwijk van het dorp. Kerker Esch, Klokkenberg, Diepengoor zijn oudere wijken. Nieuwbouwwijken zijn 't Pierik en het Remerink, ze liggen in het oosten van Denekamp.
Geschiedenis
Denekamp is ontstaan op een plek waar men buiten bereik was van het overstromingswater van de rivier de Dinkel. Germanen, mogelijk Tubanten of Ampsivaren, stichtten er rond het jaar 200 een nederzetting.[2] In 933 wordt het dorp als 'Daginghem' vermeld. In deze periode vallen weliswaar DeenseVikingen de steden Deventer en Zutphen aan, maar de plaatsnaam Denekamp heeft daar geen betrekking op, ze komt van de Saksische naam Dago of Dano.[3] In 1385 wordt het dorp als Degeninchem, in 1677 met de benaming Degenkamp gedocumenteerd. Het kerspel Denekamp bestond uit de buurschappen Denekamp, Noord Deurningen en Beuningen (nu gemeente Losser). Het waren hechte, vaak gesloten gemeenschappen. Denekamp en Noord Deurningen hoorden onder het landgericht Ootmarsum, Beuningen onder het landgericht Oldenzaal.
Rond de 15e eeuw was Denekamp een dorp met zo'n honderd huizen, verspreid langs de dorpsstraat in de nabijheid van een kerk. Deze Sint-Nicolaaskerk was in de 13e eeuw opgetrokken uit Bentheimer zandsteen. De toren is later aangebouwd. De kerk is een monument in het centrum van het dorp.
Denekamp is een plaats die sterk door het rooms-katholieke geloof gekenmerkt wordt. In de omgeving liggen enkele kloosters. De franciscanessen van Denekamp vormen een aparte congregatie. In het klooster van deze congregatie verbleef kardinaalJohannes Willebrands gedurende zijn laatste levensjaren.
De mensen in het dorp waren tot in de 19e eeuw veelal landbouwer. Geleidelijk aan hebben veel boerderijen plaats gemaakt voor woningen en winkels. Tijdens carnaval worden de inwoners Köttelpeer'n genoemd.
Klootschieten en midwinterhoornblazen zijn oude tradities, die populair zijn in Denekamp. Als er sneeuw ligt kan men in de omgeving van Denekamp over uitgezette routes langlaufen.
Pasen
In het voorjaar vinden in het dorp traditionele paasgebruiken plaats. Dit begint met het eiergadder'n op Palmzondag. Op paaszaterdag wordt er hout gehaald voor het paasvuur. Op eerste paasdag wordt een boom (de paasstaak, een spar) gehaald bij landgoed Singraven en deze boom wordt naar de paasweide gesleept. Daar wordt er een teerton aangehangen. Na het opzetten van de boom wordt hij door Judas verkocht. De teerton wordt samen met het paasvuur eerste paasdag in brand gestoken.[4]
Museum Natura Docet
Aan de straatweg naar Oldenzaal ligt het natuurhistorischMuseum Natura Docet. De Latijnse naam betekent 'de natuur onderwijst'. Dit museum werd in 1911 gesticht door de dorpsonderwijzer meester Bernink. Het museum is het oudste museum van deze soort in Nederland. Het gebouw werd van 2002 tot 2005 gerenoveerd en opnieuw ingericht. Sinds 2006 is er op een buitenterrein van ongeveer anderhalve hectare een belevingstuin ingericht met verschillende biotopen.
Geboren
Angerfist (1981), artiestennaam van Danny Masseling
J.B. Bernink (1878-1954), onderwijzer en museumdirecteur