Eöl
|
Tolkien-personage
|
|
Andere namen
|
Dwerg in het lichaam van een Elf, Mornedhel
|
Titel
|
geen
|
Geslacht
|
Man
|
Afkomst
|
Elf, Sinda
|
Overlijdensjaar
|
330 van de Eerste Era
|
Familie
|
Echtgenote
|
Aredhel
|
Nageslacht
|
Maeglin
|
Eöl is een personage uit het boek de Silmarillion van J.R.R. Tolkien.
Hij wordt Mornedhel (Nederlands: Donkere Elf) (Engels: Dark Elf) en Dwerg in het lichaam van een Elf genoemd.
Eöl behoorde tot de Sindar en was verwant aan Thingol Grijsmantel. Eerst woonde hij in Doriath maar later verhuisde hij naar het duistere woud van Nan Elmoth. Hij woonde hier omdat hij niets om zijn verwanten gaf en ook haatte hij de Noldor die hij voor indringers aanzag. Hij hield echter wel van de dwergen waar hij veel van leerde. Hierdoor wordt hij tot de bekwaamste elfensmeden gerekend, alleen Celebrimbor van de Noldor wordt als nog beter beschouwd.
Aredhel van de Noldor werd door Eöl geschaakt toen ze door zijn wouden op weg was naar de koninkrijken van de zonen van Fëanor. Zij schonk hem een zoon die hij pas een naam gaf toen die twaalf jaar oud was. Hij werd Maeglin genoemd, wat in het Sindarijns scherpe blik betekent. Niet lang daarna vluchtten Aredhel en Maeglin naar de verborgen stad Gondolin waar Aredhel oorspronkelijk vandaan kwam.
Eöl achtervolgde ze en kwam zo ook in Gondolin. Hij werd begroet door Turgon, de koning en broer van Aredhel, maar hij bespotte hem en schoot een giftige pijl op Maeglin maar Aredhel ving de pijl op in haar schouder. De wond leek niet erg en werd verzorgd maar pas toen het te laat was zag men dat de wond vergiftigd was en Aredhel stierf dezelfde nacht. Hij werd door Turgon ter dood veroordeeld en werd in de afgrond geworpen en stierf.
Maar twee van zijn werken leefden nog een tijdje door en deden nog grote daden zowel goede als slechte. Zijn zoon Maeglin werd een heerser van Gondolin maar verraadde het en het zwarte zwaard Anglachel kwam daarna in handen van de befaamde Túrin Turambar die er vele heldendaden mee deed. Eöls eigen zwaard Anguirel werd na Eöls dood aan Maeglin gegeven die het hield tot aan de val van Gondolin.
Huis van Finwë
De Hoge Koningen van de Noldor zijn aangegeven met ① tot en met ⑥.