Edward Van Even
Gerard Edward Van Even (Leuven, 6 december 1821 - Leuven, 11 februari 1905) was een Belgisch letterkundige, historicus en stadsarchivaris van Leuven.
Levensloop
Vanaf 1846 werkte Van Even als onderbibliothecaris in de universiteitsbibliotheek van Leuven. Op 1 februari 1853 trad hij in dienst op het stadhuis als employé chargé plus spécialement du travail des archives, een functie die hij tot aan zijn dood bleef uitoefenen.[1] Meer dan vijftig jaar zou hij het stadsarchief onder zijn hoede hebben. Zijn inventarissen van de oorkonden en registers hebben echter zeker niet dezelfde waarde als deze van andere stadsarchieven.[2] Toegankelijkheid was zeker niet zijn belangrijkste zorg.[3] Toch werd na zijn overlijden de functie van archivaris weer afgeschaft, in de mening dat het archief volledig ontsloten was. Hier zou de stad al snel op terugkomen, want rijksarchivaris Joseph Cuvelier werd aangezocht om het oude archief van de stad te inventariseren.[4]
Een Leuvens cultuurfiguur
Naast zijn functie als archivaris stond Van Even ook in het voor het stedelijk museum, gevestigd in het stadhuis. Uit dit museum groeide het Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens, waar na 1938 zijn eigen verzamelingen ook deel van gingen uitmaken. De zussen van Van Even, die net als hun broer ongehuwd bleven, stonden namelijk delen van Van Evens collectie af aan diens vriend Victor Demunter (1857-1939), conservator van het stedelijk museum. Bij het overlijden van zijn laatste zus, Agnes Eugenia Van Even (1824-1911), kwam ook de rest van de verzameling terecht bij Demunter, die ze samen met zijn collectie in 1938 aan de stad overmaakte.
Literatuur en poëzie vormden een van zijn eerste interesses. Zo vatte hij in 1853 het plan op met Auguste Angillis Werken der Vlaemsche dichteressen uit den voortijd uit te geven. Bij gebrek aan intekeningen verscheen hier maar één aflevering van.[5] Zelf waagde hij zich ook aan het schrijven, met enkele historische toneelstukken als resultaat.[6] Met Joseph Alberdingk Thijm onderhield hij ook een jarenlange correspondentie, zodat hij van in het begin bijdragen leverde aan de Dietsche Warande.[7] Andere kunsten konden ook op zijn belangstelling rekenen. De 18de-eeuwse schilder Pieter-Jozef Verhaghen was een van zijn favorieten, waar hij enkele werken van bezat.[8] Voor zijn kunsthistorische publicaties steunde hij vooral op archiefstukken. Zo voerde hij een jarenlange polemiek met de Antwerpse stadsarchivaris Pieter Génard over de geboorteplaats van Quinten Massijs (I).[9]
Al sinds de jaren 1840 speelde Van Even een rol in het culturele leven in Leuven. Op 13 oktober 1878 werd hij gehuldigd voor het al vijfentwintig jaar lang uitoefenen van de functie van secretaris van de Commissie der Gemeentefeesten. 326 verenigingen legden bij in een herdenkingsbeker.[10] De stadsarchivaris was echter vooral een enthousiast historicus, aangevuurd door zijn werkzaamheden in het stadsarchief. Louvain dans le passé et dans le présent vormt het resultaat van deze jarenlange opzoekingen en geldt nog steeds als een standaardwerk voor de Leuvense geschiedenis.[11] Ook bij leven kreeg hij erkenning voor zijn werk. Het stadsarchief bezat een onuitgegeven geschiedenis van Willem Boonen. Van Even verzorgde de uitgave hiervan, die voltooid werd in 1880.[12] Het stadsbestuur bood hem daarvoor uit dankbaarheid op 8 september 1883 een luxe-exemplaar aan, voor l’admirable érudition et le zèle laborieux waarmee hij de publicatie had verzorgd.[13] Op 29 oktober 1900 werd de Stopselstraat, waar de archivaris sinds 1829 woonde, hernoemd tot Edward Van Evenstraat.[14]
In 1903 was Van Even vijftig jaar in dienst als stadsarchivaris. Twee vieringen vielen hem te beurt: zijn werkgever bood hem een gouden erepenning aan in een plechtige gemeenteraadszitting op 23 februari 1903 en zijn vrienden organiseerden op 2 augustus 1903 een huldebetoon, waarbij Van Even een portret van hemzelf, geschilderd door Omer Dierickx, werd aangeboden.[15]
Genootschappen
Van Even was lid van verschillende verenigingen uit binnen- en buitenland. Zo was hij sinds 1860 corresponderend lid van de Koninklijke Academie voor Oudheidkunde van België en vanaf 1900 titelvoerend lid. Vanaf 1889 was hij corresponderend en na 1892 gewoon lid van de Koninklijke Academie van België. Van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde was hij sinds 1887 corresponderend lid. In 1889 werd hij werkend lid, in 1899 voorzitter. Op 18 december 1901 huldigde deze academie hem naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag, met een gedicht door Hendrik Claeys.[16] Van de Koninklijke Commissie der Monumenten was hij briefwisselend lid.
Eretekens
Bibliografie
De meest volledige bibliografie van Edward Van Even is te vinden in G. HUYBENS, "Edward Van Even. Bibliografie", Louvain dans le passé et dans le présent. Deel 2. Commentaar – Index – Bibliografie, Leuven, 2001, 33-61.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ M. CEUNEN, 'Van Even als stadsarchivaris en zijn opvolgers. 150 jaar Leuvense archiefzorg', Catalogus bij de tijdelijke tentoonstelling Edward Van Even en zijn tijd (Ethnologia Flandrica 16), Leuven, 2000, 20.
- ↑ Van E. VAN EVEN, Inventaire chronologique et analytique des chartes et autres documents sur parchemin appartenant aux archives de la ville de Louvain, Leuven, 1873. - een bundeling van eerdere bijdragen aan het Rapport annuel sur l’administration et la situation des affaires de la ville de Louvain - verschenen slechts vijftig exemplaren; E. VAN EVEN, "Inventaire des anciennes archives reliées de la ville de Louvain", Rapport annuel sur l’administration et la situation des affaires de la ville de Louvain, 1885, 13-67.
- ↑ Zo merkt ook Joseph Laenen op: "M. van Even n'avait pu se faire complètement à l'idée que les archives publiques ne sont pas, comme les collections antiquaires, la propriété personnele des archivistes." (J. LAENEN, "Gérard-Edouard van Even 1821-1905", Académie royale d’archéologie de Belgique. Bulletin, 1 (1906), 36.)
- ↑ J. CUVELIER, Inventaire des Archives de la ville de Louvain, 4 dln., Leuven, 1929-1938.
- ↑ A.A.E. ANGILLIS en E. VAN EVEN, Liederen eener onbekende kloosterlinge uit de XIIIe eeuw. Voor de eerste mael uitgegeven, naer een handschrift der Burgondische bibliotheek (Werken der Vlaemsche dichteressen uit den voortijd 1), Tielt, 1853.
- ↑ E. VAN EVEN, Quinten Metsys, of De zegeprael der liefde; Leuvensche legende van 1480, Leuven, 1861; E. VAN EVEN, De gouden sleutel of De Franschen te Leuven in 1710, historisch tooneelspel in drie bedryven, met kooren, Leuven, 1863.
- ↑ Thijm vroeg Van Even ook om raad, toen hij het plan had opgevat dit tijdschrift uit te geven. Van Even stelde voor de nieuwe uitgave Nederduitsch of Nederlandsch Museum voor oudheden, geschiedenis en letterkunde te dopen, geïnspireerd op het Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands van Jan Frans Willems. De Leuvense archivaris zou deze titel in 1860 recycleren voor zijn Brabandsch Museum voor oudheden en geschiedenis, waar weliswaar maar vier afleveringen van verschenen. (NIJMEGEN, Katholiek Documentatie Centrum, Archief J.A. Alberdingk Thijm, 349, nr. 9: brief van Van Even aan Alberdingk Thijm, 28 augustus 1854.)
- ↑ 100e anniversaire de la fondation de l’Académie des Beaux-Arts de la ville de Louvain. Catalogue de l’exposition d’oeuvres d’art des fondateurs, directeurs, professeurs et anciens élèves de cette académie, Leuven, 1900, passim.
- ↑ L. VAN BUYTEN, "Quinten Metsys en Leuven", L. VAN BUYTEN red., Quinten Metsys en Leuven (Arca Lovaniensis artes atque historiae reserans documenta. 33. 2004), Leuven, 2007, 13-80. Eerder hadden Génard en Van Even al geredetwist over Jan van Boendale, in De Eendragt, waarbij Van Even uiteindelijk uitriep: "Ik laet den heer Génard derhalve met al zyne oorkonden over Boendale en met zyne weinig opregte handelwyze ook van harte varen." (E. VAN EVEN, "Nog Jan van Boendale", De Eendragt. Veertiendaegsch tydschrift voor letteren, kunsten en wetenschappen, 8 (1853), 18). Toen werd ook al de kiem gezaaid over de polemiek rond Massijs. Génard gebruikte namelijk deze schrijfwijze van zijn naam, wat Van Even deed opmerken: "Domheid! De Schilder, die moest weten hoe zynen naem geschreven werd, heeft zyn schilderstuk ’t welk de hoofdkerk van Leuven versiert, aldus getekend: QUINTE METSYS."
- ↑ LEUVEN, Stadsarchief Leuven, Oud archief, nr. 83: Gedenkenis album den heere Edward Van Even, archiviste der stad Leuven aangeboden door de maatschappijen dezer stad uit erkentenis voor de door hem bewezen diensten gedurende 25 jaren als secretaris van de Commissie der Gemeentefeesten (1878).
- ↑ E. VAN EVEN, Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895. (anastatische heruitgave, 2001, met tweede, becommentariërend deel)
- ↑ W. BOONEN, Geschiedenis van Leuven geschreven in de jaren 1593 en 1594, E. VAN EVEN ed., Leuven, 1880.
- ↑ LEUVEN, Stadsarchief Leuven, Oud archief, nr. 86: toespraak door de schepen van onderwijs en schone kunsten, 8 september 1883.
- ↑ LEUVEN, Stadarchief Leuven, Modern archief, nr. 29845: dossier Edward Van Evenstraat, 29/10/1900.
- ↑ LEUVEN, Stadsarchief Leuven, Modern archief, nr. 183: Manifestation en l’honneur de Mr. Van Even, Edouard, Archiviste de la Ville, à l’occasion du 50e anniversaire de son entrée à l’Administration, 1903; ED. L., "Louvain – Archives de la ville – Manifestation Van Even", Revue des bibliothèques et archives de Belgique, 1 (1903), 266.
- ↑ LEUVEN, Stadsarchief Leuven, Oud archief, nr. 85: Feesthulde der Koninklijke Vlaamsche Academie aan Edward Van Even, werkend lid en oud bestuurder bij zijn 80en verjaardag, 1901.
|
|