Edith Poème symphonique Pianoconcert, op. 42 La Croisade des Enfants L’An Mil Les Cathédrales Les Elfes Album pour mes petits amis Étude de concert in c
De beide ouders van Pierné waren musici (de vader baritonzanger, de moeder pianiste). Zij hadden een muziekschool, dus Gabriel kreeg het (muziek)vak met de paplepel ingegoten. Het gezin was afkomstig uit Lotharingen en was naar Parijs uitgeweken voor de Frans-Duitse Oorlog in 1870-1871.
Met zijn cantateEdith behaalde hij in 1882 zijn grootste triomf: de prestigieuze Prix de Rome. De prijs gaf hem de gelegenheid vier jaar in Rome te studeren in de Villa Medici op kosten van het comité. Hierdoor raakte hij verrukt van Italië en zijn muziek. In die periode componeerde hij onder meer zijn pianoconcert en een Fantasie-Ballet voor piano en orkest, waarin een virtuoze uitbundigheid de Italiaanse muziek en cultuur weergeeft. Volgens hemzelf was zijn verblijf in de Villa de gelukkigste periode van zijn leven.
In 1930 trok hij zich terug uit het openbare leven. Hij overleed een maand voor zijn 74-jarige verjaardag in zijn buitenhuis ‘Ploujean’ bij Morlaix in Bretagne.
Als componist was Pierné een doelgerichte, vakkundige en wendbare figuur, die zijn stijl bekwaam kon aanpassen aan het doel waarvoor die nodig was. Hij was actief in zowel lichtere genres als in serieuze muziek. Van zijn muziek voor het theater zijn te noemen de operaLa coupe enchantée naar Jean de La Fontaine, het mysteriespelLes enfants à Bethléem, de toneelmuziek voor Ramuntcho van Pierre Loti en de balletmuziek Cydalise et le chèvre-pied die af en toe wordt uitgevoerd. Zijn orkestmuziek omvat onder meer een pianoconcert, een concertstuk voor harp en orkest en het symfonisch gedichtPaysages franciscains. Piernés pianokwintet en pianotrio zijn diepgravende en grootschalige werken en ook andere kamermuziek behoort tot de interessantste delen van zijn oeuvre, waaronder de fluit-, viool- en cellosonates, de Canzonetta voor klarinet en Voyage au pays voor fluit, harp en strijktrio. Tot zijn grotere koorwerken behoren de oratoriaLa croisade des enfants (naar Marcel Schwob) en Saint François d'Assise (naar Gabriel Nigond). Ook schreef Pierné liederen, zowel lichthartige als diepgravende.
Zo populair als hij tijdens zijn leven was, zo vergeten is Pierné na zijn dood. Net als bij veel andere componisten geboren in de 19e eeuw is zijn werk grotendeels vergeten en wordt praktisch niets nog uitgevoerd. Een van de redenen daarvoor is dat zijn muziek niet vernieuwend is geweest, maar eerder als conservatief en eclectisch werd beschouwd. Hij componeerde naar de smaak van toen, wat ook zijn succes tijdens zijn leven grotendeels verklaart, maar niet altijd over de tijdsdrempel heen. Hij kon geraffineerd orkestreren en verwerkte invloeden van de Oriënt en van volksmuziek in zijn werk. Hij was goed op de hoogte van de verrichtingen van vooruitstrevende componisten en zette zich zeer in voor hun werk. Zijn eigen composities behouden een weliswaar kleurrijk, maar overwegend laatromantisch idioom, zij het zonder de zwaarmoedige of overgevoelige kanten daarvan. De enige twee studiewerken voor piano die nog gebruikt worden zijn de Étude de concert in c-mineur, op. 13 en het Album pour mes petits amis.[2]
Prijzen en onderscheidingen
Pierné heeft veel prijzen en onderscheidingen gekregen gedurende zijn leven. De bekendste is de Prix de Rome in 1882, maar al toen hij elf jaar was behaalde hij een prijs voor solfège. Voor orgel, compositie en harmonie/contrapunt behaalde hij een eerste prijs met onderscheiding. In 1900 werd hij ridder in het Legioen van Eer en in 1925 lid van de Académie des Beaux-Arts in de plaats van de overleden Théodore Dubois.
Composities
Orkestwerken
Serenade, voor strijkers;
3 pièces formant suite de concert, 1883;
Suite no. 1, 1883;
Envois de Rome (Suite – Ouverture – Les Elfes), ca.1885;
Fantaisie-ballet, voor piano en orkest, 1885;
Pianoconcert, op. 42, 1887;
Scherzo-caprice, voor piano en orkest, 1890;
Ballet de cour, 1901;
Concertstück, voor harp en orkest, 1903;
Poème symphonique, voor piano en orkest, 1903;
Twee suites uit Ramuntcho, 1910;
Paysages franciscains, op. 43, 1920;
Fantasie basques, voor harp en orkest, 1927;
Divertissement sur un thème pastoral, op. 49, 1932;
Gulliver au pays de Lilliput, 1935;
Viennoise, suite, op. 49bis, 1935
Werken voor harmonieorkest
1908Ramuntcho suite nr. 2 voor gelijknamige toneelstuk van Pierre Loti
Marche des petits soldats de plomb (Mars van de tinnen soldaatjes)
Marche solennelle (1899) (opgedragen aan Gustave Wettge)
Francisco Alia Miranda: Indice de Autores e Intepretes, in: La musica en la radio : radio Ciudad Real EAJ 65 y sus discos de pizarra, Cuenca: Ediciones de la Universidad de Castilla-La Mancha, 2000, 378 p., ISBN 978-84-8427-046-1
Arístides Incháustegui, Blanca Delgado Malagón: Indice Onomastico, in: Vida musical en Santo Domingo (1940-1965), Banco de Reservas, Publicación Especial, Editora Corripio, C. por A. Santo Domingo, D. N., 1998. 529 p., ISBN 9945-036-01-7
Jean Gallois: Compositeurs et interprètes au 19 et 20e siecles, in: Musiques et musiciens au faubourg Saint Germain, Paris: Délégation à l'Action Artistique, [1996], 212 p., ISBN 978-2905118837
Orpha Ochse: Students in Franck's organ class Paris Conservatory, 1872-1890, in: Organists and organ playing in nineteenth-century France and Belgium, Bloomington: Indiana University Press, 1994, 271 p.
Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
Franco Rossi, Michele Girardi: Indice Dei Nomi, in: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1938-1991, Venezia: Albrizzi Editore, 1992, 650 p., ISBN 88 317 5509 9
Xavier Darasse, Brigitte François-Sappey, Georges Guillard, Michel Roubinet, François Sabatier: Guide de la musique d'orgue, Fayard, 1991, 840 p., ISBN 978-2-213-02772-2
Ursula Pesek, Hans-Peter Schmitz: Flötenmusik aus drei Jahrhunderten : Komponisten : Werke : Anregungen, Basel: Bärenreiter, 2. Auflage, 1993, 320 p., ISBN 978-3761809853
Kurtz Myers: Performer Index : Conductors, in: Index to record reviews 1984-1987 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association between 1984 AND 1987, Boston, Massachusetts: G.K. Hall, 1989, 639 p., ISBN 978-0816104826
Kurtz Myers: Performer Index : Conductors, in: Index to record reviews, 1978-1983 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association, between 1978 and 1983, 1st Suppl., Boston, Massachusetts: G K Hall, December 1985, 873 p., ISBN 978-0816104352
Kurtz Myers: Performer Index : Conductors, in: Index to record reviews, 1949-1977 : based on material originally published in "Notes", the quarterly journal of the Music Library Association Between 1949 and 1977, Vol. 5: indexes, Boston, Massachusetts: G.K. Hall, 1980, 664 p. ISBN 978-0816100873
Wulf Konold, Alfred Beaujean, Barbara Adelcker, Klaus Döge: Lexikon Orchestermusik : Romantik, Mainz: Schott, vol.1, "A-H", 1989. 334 p., ISBN 3-7957-8226-0; vol.2, "I-R", 1989. 353 p., ISBN 3-7957-8227-9; vol.3, "S-Z", 1989. 368 p., ISBN 3-7957-8228-7
Alain Pâris: Dictionnaire des interprètes et de l'interprétation musicale au XXe siècle, Paris: Robert Laffont, 1989. 906 p., ISBN 2-221-50323-6
Marie-Claire le Moigne-Mussat: Musique et société à Rennes aux XVIIIe et XIXe siècles, Genève: Editions Minkoff, 1988, 446 p., ISBN 2-8266-0541-0
Adolph Goldberg, Karl Ventzke: Komponisten, in: Porträts und Biographien hervorragender Flöten-Virtuosen, -Dilettanten und -Komponisten, Reprint d. Ausg. Berlin 1906, Celle: Moeck Verlag, 1987, 124 p. ISBN 978-3875490282
G. Masson: Gabriel Pierné, musicien lorrain, Nancy, Metz, 1987
Norman E. Smith: March music notes, Lake Charles, La.: Program Note Press, 1986, ISBN 978-0-9617346-1-9
Lyle G. Wilson: A dictionary of pianists, London: Robert Hale, 1985. 343 p., ISBN 978-0709017493
Jean-Marie Londeix: Musique pour saxophone, volume II : répertoire général des œuvres et des ouvrages d'enseignement pour le saxophone, Cherry Hill: Roncorp Publications, 1985
Jean-Marie Londeix: 125 ans de musique pour saxophone, répertoire général des œuvres et des ouvrages d'enseignement pour le saxophone, Paris: Leduc, 1971
Kurt Pahlen: Oratorien der Welt : Oratorium Messe Requiem, te deum, stabat mater und große Kantate, München: Wilhelm Heyne Verlag, 1985, 558 S., ISBN 978-3-453-00923-3
James Methuen-Campbell: Catalogue of recordings by classical pianists, Vol. 1 (pianists born to 1872), Chipping Norton, Oxfordshire: Disco Epsom Limited, 1984, 66 p.
Richard Traubner: Operetta : a theatrical history, London: Victor Gollancz Ltd., 1984
Jacques Burdet: La musique dans le pays de Vaud 1904-1939, Lausanne: Payot, 1983, 431 p.
Christian Doumet, Claude Pincet: Les musiciens français (Reliure inconnue), Rennes: Editions Ouest-France (1 février 1982), 438 p., ISBN 978-2-858-82420-5
Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon : nordiskt och allmänt upplagsverk för tonkonst, musikliv och dans, Stockholm: Sohlmans Förlag, (1951-)
Jose Bruyr: L’opérette des musiciens, in: L’opérette, Paris: Presses Universitaires de France, 1974, 26 p.
Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon - Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A-K. 1974. ISBN 3-7959-0083-2; Band 2: L-Z. 1976. ISBN 3-7959-0087-5
Gustaf Hilleström: Utlandska ledamöter, in: Matrikel 1771-1971 : Kungl. Musikaliska Akademien, Strängnäs: Nordiska Musikförlaget i distribution, 1971, 286 p.
Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
David Ewen: The world of twentieth-century music, Prentice-Hall, Inc., 1968
David Ewen: European composers today. A biographical and critical guide, New York: H. W. Wilson, 1954, 200 p.
David Ewen: Composers of Today. - A Comprehensive Biographical and Critical Guide to Modern Composers of All Nations, New York: H. W. Wilson Company, 1934, 311 p.
H. Tribout de Morembert: Il y a cent ans, naissait, a Metz, Gabriel Pierne, Les Amis de Metz. 1963, No. 7, S. 1-3.
Stephane Wolff: L’Opéra au Palais Garnier (1875-1962) - Les œuvres, les interprètes ..., Paris: L'Entr'acte, 1962, 565 p.
Paul Claudel, Jean Cocteau, Paul Eluard, Stephane Mallarme, Paul Valery: De la musique encore et toujours!, Paris: Editions du Tambourinaire, 1960, 34 p.
René Dumesnil: Gabriel Pierne zum Gedenken, Antares. 5 (1957), Nr. 7, S. 52-53.
René Dumesnil: La musique contemporaine en France, Deuxième édition, entirement refondue, Tome I, Paris: Libraire Armand Colin, 1949, 220 p.
René Dumesnil: Portraits de musiciens Français, Paris: Librairie Plon, 1938, 248 p.
René Dumesnil: La musique contemporaine en France, Tome II, Paris: Libraire Armand Colin, 1930
Helene Jourdan-Morhange: Mes amis musiciens, Paris: Les Editeurs Français Reunis, 1955
Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
Jean Boyer: Kurzgefasste Geschichte der französischen Musik, Wiesbaden: Breitkopf & Härtel, 1953, 240 p.
Alfred Cortot: La musique française de piano. Troisième série, Paris: Presses Universitaires de France, 1948, 292 p.
Henry A. Parys: Notice biographiques des principaux librettistes ..., in: Histoire anecdotique de L'operette, Bruxelles: Serie Theatrale, 1945, 237 p.
Jean Godefroy-Demombynes: Histoire de la musique française, 1943, 431 p.
Paul Landormy: La musique française après Debussy, Paris: Gallimard, 1943
Bio-bibliographical index of musicians in the United States of America since colonial times - Prepared by the District of Columbia Historical Records Survey Division of Community Service Programs Works project Administration, Washington, DC: 1941, 439 p.
Theodore Baker: Baker's biographical dictionary of musicians - Fourth edition, New York: G. Schirmer, 1940
Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti: Supplemento, Milan: Sonzogno, 1938, 806 p.
Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti, Milan: Sonzogno, 1937, 2V p.
Paul Frank, Wilhelm Altmann: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon : für Musiker und Freunde der Musik, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
Henri Rebois: Les grands prix du Rome de musique à l’Académie de France - Conférence faite à la Villa Medicis le 16 mai 1929, Paris: Firmin-didot, 1932, 129 p.
Pierre V.R. Key: Pierre Key's musical who's who - A biographical survey of contemporary musicians, New York: Pierre Key, 1931, 498 p.
Annuaire des artistes et de l'enseignement dramatique et musical : 31ème année 1921-22. France & colonies, Monaco, Luxembourg Belgique, Suisse, Paris: Officiel General de la Musique, 1922, 1359 p.
Julien Tiersot: Un demi-siècle de musique française : entre deux guerres 1870-1917, Paris: Libraire Felix Alcan, 1918
Constant Pierre: Le Conservatoire national de musique et de déclamation - Documents historique et administratifs, Paris: Imprimerie Nationale, 1900
Arthur Dandelot: Société des concerts du conservatoire de 1828 a 1897 - Les grands concerts symphoniques de Paris, Sixième edition, Paris: G. Havard Fils, 1898, 221 p.