Keizer Go-Suzaku (後朱雀天皇, Go-Suzaku-tennō, 14 december 1009 – 7 februari 1045) was de 69e keizer van Japan, volgens de traditionele opvolgvolgorde.[1] Hij regeerde van de 17e dag van de 4e maand van Chōgen 9 (1036) tot de 16e dag van de 1e maand van Kantoku 2 (1045).[2]
Go-Suzaku’s regeerperiode omvatte vier periodes uit de Japanse geschiedenis: Chōgen (1028-1037), Chōryaku (1037-1040), Chōkyū (1040-1044) en Kantoku (1044-1046). Go-Suzaku ligt begraven in een van de zeven keizerlijke tombes in de Ryoan-ji tempel in Kyoto.
Genealogie
Go-Suzaku was vernoemd naar de voormalige keizer Suzaku. Het voorvoegsel go- (後), kan worden vertaald als “later” of “tweede”, waardoor zijn naam vrij vertaald “Suzaku de tweede” betekent.[3] Zijn persoonlijke naam (imina) was Atsunaga-shinnō.[4]
Go-Suzaku was de zoon van keizer Ichijo en Fujiwara no Shōshi. Hij was de jongere broer van keizer Go-Ichijo.
Go-Suzaku had vijf keizerinnen en hofdames, met wie hij zeven kinderen kreeg. Twee van deze kinderen werden later ook keizer: Go-Reizei en Go-Sanjo.
Bronnen, noten en/of referenties
- Brown, Delmer M. and Ichirō Ishida, eds. (1979). Gukanshō: The Future and the Past. Berkeley: University of California Press. ISBN 978-0-520-03460-0; OCLC 251325323.
- Reed, Edward James. (1880). Japan: its history, traditions, and religions: With the narrative of a visit in 1879, Volume 1. London: J. Murray. OCLC 1309476.
- Titsingh, Isaac. (1834). Nihon Ōdai Ichiran; ou, Annales des empereurs du Japon. Paris: Royal Asiatic Society, Oriental Translation Fund of Great Britain and Ireland. OCLC 5850691.
- Varley, H. Paul. (1980). Jinnō Shōtōki: A Chronicle of Gods and Sovereigns. New York: Columbia University Press. ISBN 978-0-231-04940-5; OCLC 59145842.
- ↑ Japanse hof: 後朱雀天皇 (69)
- ↑ Titsingh, Isaac. (1834). Annales des empereurs du Japon, pp. 160-162; Brown, Delmer et al. (1979). Gukanshō, pp. 310-311; Varley, H. Paul. (1980). Jinnō Shōtōki. p. 195-196.
- ↑ Reed, Edward James. (1880). Japan: its history, traditions, and religions, Vol. 1, p. 112 n*.
- ↑ Titsingh, p. 160.
* Regent Jingu staat niet op de traditionele lijst.