Homofiel is een ouderwets woord voor homoseksueel, dat in Nederland en België vanaf eind jaren veertig tot in de jaren zeventig in gebruik was. Sindsdien is het vervangen door homoseksueel, homo of gay.
Homofiel komt van het Grieks homos (dezelfde) plus philein (houden van). Het is tegengesteld aan heterofiel, van het Griekse heteros (verschillend). Homofiel is zowel een bijvoeglijk naamwoord als een zelfstandig naamwoord, afgeleid van homofilie. Homofilie betekent gerichtheid op vriendschap met een persoon van het eigen geslacht. Anders dan bij homoseksualiteit hoeft er bij zo'n vriendschap geen seksueel verlangen op te treden.
Daardoor maken sommigen het onderscheid dat een homofiel dezelfde seksuele gevoelens heeft als een homoseksueel, maar ze niet in de praktijk brengt. Dat is echter een onjuiste interpretatie van het woord. Platonische homo is daarvoor een betere term.
Weliswaar gebruikte de Nederlandse medicus L.S.A.M. von Römer het woord homoiophil al in 1903, en de Duitse arts K.-G. Heimsoth het woord homophilie in 1925,[1] maar deze termen vonden geen navolging. Niek Engelschman en Jaap van Leeuwen, de voormannen van het C.O.C. (tegenwoordig Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC), introduceerden de term voor het eerst in druk in 1949, in het augustus-septembernummer van het maandblad Vriendschap.[2] Ook in het buitenland werd de benaming overgenomen.
Van Leeuwen beoogde met de nieuwe term dat homoseksuelen niet op de eerste plaats op hun seksualiteit beoordeeld zouden worden, maar als medemens, met alleen een andere liefdesrichting. Daarbij moet men bedenken dat het Europa van de jaren veertig en vijftig veel en veel preutser was dan tegenwoordig. Homoseksueel, met het gevaarlijke seks erin, kon je niet zomaar gebruiken. Homofiel was neutraler en netter.
In de jaren zeventig is het gebruik van de term homofiel uit geraakt. Het wordt nu door veel homoseksuelen als een verhullend en denigrerend woord beschouwd,[1] een eufemisme dat de seksualiteit ontkent. Een neutraler woord is simpelweg homo, hoewel dat ook vaak als scheldwoord wordt gebruikt. Sinds de jaren '80 is als vriendelijker klinkend alternatief het Engelse woord gay ook in Nederland in gebruik gekomen.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ a b Bartels, Thijs & Versteegen, Jos (red.), Homo-encyclopedie van Nederland, 2005, p. 76
- ↑ In het maandblad van het Cultuur- en Ontspanningscentrum (C.O.C.), Vriendschap van augustus-september 1949, p. 4 en 14: Vriendschap 8/9 1949 Ihlia-pdf[dode link]. Arent van Santhorst is het pseudoniem van Van Leeuwen, Bob Angelo het pseudoniem van Engelschman.