In dienst van de koningen Jan II (zijn vader), Karel V (zijn broer) en Karel VI (zijn neef) vocht hij in 1356 bij Poitiers en veroverde Limoges, Poitiers en La Rochelle op de Engelsen. In 1360 ging hij als gijzelaar in Engelse gevangenschap om zijn vader vrij te krijgen, die in Poitiers gevangen was genomen door de Engelsen.[1]
Doordat hij laat (in december 1386) verscheen in Sluis voor de ontscheping van een megalomaan landingsproject van Karel VI, moest deze - tot grote ergernis van Filips de Stoute - afgeblazen worden.
Hij was gouverneur van Guyenne en Languedoc in 1381, daarna van Parijs in 1405. Als lid van de partij van Orléans werd hij door de Bourgondiërs uit de macht ontzet.[2]
Jan van Berry overleed in 1416 in het Hôtel de Nesle in Parijs.
Kunst
Jan van Berry was een geletterd man en een groot kunstliefhebber. Zijn uitgaven aan kunst legden een zware belasting op zijn bezittingen en hij zat diep in de schulden bij zijn dood in 1416.
In Parijs bezat hij en woning in de omgeving van de Temple en het Hôtel de Nesle, waar hij stierf. In zijn hertogdommen Berry en Auvergne bouwde of kocht hij niet minder dan zeventien kastelen.[3] Hij stouwde ze vol met klokken, munten, emailwerk, mozaïeken, inlegwerk, geïllustreerde boeken, muziekinstrumenten, wandtapijten, standbeelden, triptieken, gouden vaatwerk en bestek, met edelstenen bezette kruisen en relikwieënkastjes en curiosa. Hij bezat een tand van Karel de Grote, een stuk mantel van Elia, de kom die Christus bij het laatste avondmaal gebruikt zou hebben, melkdruppels, haren en tanden van de maagd Maria, aardkluiten uit verschillende bijbelse plaatsen, de tand van een narwal, de kies van een reus en rijkelijk versierde priestergewaden.
Hij hield levende zwanen en beren omdat ze zijn zelfgekozen devies uitbeeldden. Hij had een dierentuin met apen en dromedarissen en een tuin met zeldzame vruchtbomen. Hij was ook een verzamelaar van hondenrassen.
Boeken en handschriften
Zoals de meeste welgestelde heren bezat hij een goedgevulde bibliotheek met klassieke en eigentijdse werken. Hij liet boeken uit het Latijn vertalen, kocht romans van boekhandelaren in Parijs en liet alle werken in kostbare banden inbinden, sommige in rood fluweel met gouden sloten. Hij verzamelde ook rijkelijk versierde handschriften. Beroemde boekverluchters vervaardigden minstens twintig getijdenboeken voor hem, waaronder het meesterwerk Les Très Riches Heures du duc de Berry van de gebroeders Van Lymborch. Zijn gebedenboeken waren verlucht met afbeeldingen van fraaie steden en kastelen met veel torens.
Graftombe
De Picardische gotische beeldhouwer Jean de Cambrai was van 1386 tot 1416 in dienst van Jan van Berry. Hij vervaardigde de graftombe die opgesteld stond in de nu verdwenen Sainte-Chapelle van het Paleis van Bourges. Oorspronkelijke elementen van de tombe raakten verspreid of vernietigd als gevolg van plunderingen in 1756 (toen de tombe verplaatst werd van de Sainte-Chapelle naar de crypte van de kathedraal van Bourges) waar het liggende beeld met de beer en de zwarte plaat zich bevinden. Verdere plunderingen volgden in 1793. Fragmenten van het baldakijn en de witte marmeren versiering zijn verzameld in het Museum van Berry in hôtel Cujas in Bourges, samen met een aantal van de veertig marmeren en albasten rouwenden (pleuranten) die de kist omringden. In totaal zijn er nog 27 rouwenden geïdentificeerd.[4] Andere rouwenden zijn verspreid in diverse collecties en musea (Rodin Museum, Metropolitan Museum of Art, Louvre, ...). Er bestaat een gipsen reconstructie van de graftombe uitgevoerd door de architect Paul Gauchery.[5]
Huwelijk en kinderen
Jan van Berry huwde in 1360 met Johanna van Armagnac (c.1341-1388), dochter van Jan I van Armagnac (c.1306-1373) en had met haar de volgende kinderen:
Karel van Berry, graaf van Montpensier (1362–1382), gehuwd met Maria de Blois de SULLY-sur-Loire (1364-1409)
Jan, graaf van Berry, graaf van Montpensier (1363–1402), gehuwd met zijn nicht prinses Catharina (1378-1388), dochter van Karel V van Frankrijk