Het voorgeslacht van Coetzee bestaat voor het merendeel uit naar Zuid-Afrika geëmigreerde 17e-eeuwse Nederlanders. Hij groeide op in een Engelstalige familie, maar spreekt ook Afrikaans (en daarmee redelijk goed Nederlands).
Coetzee studeerde wiskunde en Engels aan de Universiteit van Kaapstad. Begin jaren zestig verhuisde hij naar Groot-Brittannië, waar hij werkte als computerprogrammeur. Zijn ervaringen werden later verwerkt in het boek Youth (2002). Daarna studeerde hij literatuur aan de Universiteit van Texas in Austin en doceerde vervolgens tot 1971 Engels aan de Universiteit van Buffalo (Staatsuniversiteit van New York). In 1970 belandde hij in een Amerikaanse gevangeniscel omdat hij deelnam aan een protest tegen de oorlog tegen Vietnam. Dit betekende het einde van zijn Amerikaanse academische carrière.
Los van zijn academische werk is Coetzee sinds de jaren zeventig op de eerste plaats romanschrijver. Daarnaast werkt hij als vertaler: hij vertaalde onder andere de roman Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants in het Engels. Ook publiceert hij kritieken en geeft hij in boeken en media regelmatig zijn mening over dierenrechten. Verder is Coetzee een fel tegenstander van apartheid, hoewel dat thema in directe zin nauwelijks voorkomt in zijn werk.
Coetzee was de eerste schrijver die tweemaal de Booker Prize won, in 1983 voor Life and times of Michael K. (Wereld en wandel van Michael K) en in 1999 voor Disgrace (In ongenade). Omdat hij de publiciteit omtrent de prijzen wilde mijden, kwam hij de prijzen niet ophalen. Toen hij in 2003 de Nobelprijs kreeg, was hij na Nadine Gordimer (1991) de tweede Zuid-Afrikaanse schrijver die deze eer ten deel viel.
Coetzee schreef diverse romans, waarin vaak het thema terugkeert van de eenling die zich staande moet zien te houden binnen een groep. Ook behandelt hij in zijn romans vanuit verscheidene invalshoeken grote menselijke thema's, zoals liefde, geluk, eenzaamheid, angst, verdriet, goed en kwaad, of bijvoorbeeld de meer concrete vraag of mensen die geen kinderen hebben iets wezenlijks missen in het leven (Langzame man). 'Coetzees inzichten dringen diep door in ons wezen. Wat hij daar vindt is meer dan de meesten van ons van zichzelf willen weten,' schrijft Nadine Gordimer over zijn werk.[bron?] Vanuit een heel compacte stijl weet Coetzee grote thema's uiterst dichtbij te brengen. Zijn oeuvre als totaliteit geeft een 'breed inzicht in het wezen van het mens-zijn', zo formuleert Arnon Grünberg.[bron?]
Zijn roman In ongenade is een mooi voorbeeld van hoe hij complexe en grote thema's koppelt aan een ogenschijnlijk simpele verhaallijn. De 52-jarige hoofdpersoon prof. Lurie belandt in een uitzichtloze situatie nadat hij een verhouding had met een twintigjarige studente die hem zijn positie kost en korte tijd later zijn dochter wordt verkracht. Hij probeert van daaruit zichzelf te herdefiniëren; Lurie exploreert aldus grote thema's zoals de verhouding man-vrouw, blank-zwart, mens-dier, communicatieproblemen daarbij, misbruik van zwakkeren, de betekenis van kunst. De heldere en spannende verhaallijn houdt de zware filosofische thema's echter steeds een beetje op de achtergrond, waardoor een uitermate toegankelijke roman ontstaat. Die combinatie is typerend voor Coetzee.
In een viertal andere romans (Elizabeth Costello (2003), Dierenleven (1999), Langzame man (2005) en Als een vrouw ouder wordt (2008)), laat Coetzee de fictieve oudere Australische schrijfster Elizabeth Costello fungeren als zijn alter ego. Veel van zijn Costello-werken hebben een sterk essayistische inslag en integreren diverse van zijn lezingen.
Coetzee schreef ook drie autobiografische romans: Jongensjaren, Portret van een jongeman en Zomertijd.
Werken
Nagenoeg het gehele oeuvre van Coetzee werd in Nederland vertaald, veelal door Peter Bergsma, uitgegeven door Uitgeverij Cossee.
Dusklands (1974)
Schemerlanden (1986)
In the Heart of the Country (1977)
In het hart van het land (1985)
Waiting for the Barbarians (1980)
Wachten op de barbaren (2002)
The Life and Times of Michael K (1983)
Wereld en wandel van Michael K (1984)
Foe (1986)
Foe (1987 )
Mr.Foe en Mrs. Barton (2003)
White Writing: On the Culture of Letters in South Africa (1988)
Age of Iron (1990)
IJzertijd (1990 - later verschenen onder de titel IJzeren tijd)
Doubling the Point: Essays and Interviews (1992)
The Master of Petersburg (1994)
De meester van Petersburg (1994)
Giving Offense: Essays on Censorship (1996)
Boyhood: Scenes from Provincial Life (1998)
Jongensjaren (1997)
Scènes uit de provincie (2012, ISBN 9789059363472, trilogie van de autobiografische romans Jongensjaren, Portret van een jongeman en Zomertijd)