Kos (Grieks: Κως) is een eiland in het oosten van de Egeïsche Zee, dat tot Griekenland behoort. Kos is het op twee na grootste eiland van de Dodekanesos, de Twaalf Eilanden. De hoofdstad van het eiland is de gelijknamige plaats Kos, aan het noordoosten van het eiland. Het eiland ligt voor de kust van Turkije ter hoogte van Bodrum, ten noordwesten van Rodos en ten zuidoosten van Samos. Kos is tevens de naam van de gemeente (δήμος, dimos), waartoe de stad Kos behoort.
Het eiland is 40 km bij 8 km groot en heeft een oppervlakte van circa 290 km². Bij de volkstelling van 2011 telde het eiland 33.300 inwoners. Deze inwoners zijn verdeeld over drie deelgemeenten: Dikaio, Irakleides en Kos stad. Toerisme is een zeer belangrijke bron van inkomsten voor Kos.
Geschiedenis
Het eiland werd oorspronkelijk door Kariërs gekoloniseerd. De Doriërs namen het eiland in de elfde eeuw v.Chr. in. Het grootste deel van de Doriërs was afkomstig uit Epidaurus en zij namen hun Asklepios-cultus mee. Tijdens de Perzische Oorlogen werd Kos door tirannen geregeerd, terwijl het officieel een oligarchisch bewind had. Later trad het eiland toe tot de Delische Bond.
Tijdens de Peloponnesische Oorlog diende Kos als belangrijkste basis op de Egeïsche Zee voor Atheense troepen en vloot (411-407 v.Chr.), nadat Rhodos in opstand was gekomen. De Perzen werden er tweemaal verdreven. In 366 v.Chr. werd de democratie op Kos gevestigd en de stad Kos gebouwd. Tijdens de Bondgenotenoorlog (357-355 v.Chr.) keerde Kos zich tegen Athene, om daarna onder het bewind van koning Maussollos van Carië te vallen.
Onder Alexander de Grote en de Ptolemaeën bereikte de ontwikkeling van Kos haar hoogtepunt. In 310 v.Chr. veroverde Ptolemaeus I Soter Kos op Antigonos I Monophthalmos. De Ptolemeeën gebruikten Kos als maritieme buitenpost om de Egeïsche Zee te beheersen. Op de dependance van het gymnasium van Alexandrië op Kos kregen de Ptolemeïsche prinsen onderwijs. Cleopatra bewaarde een deel van haar goudvoorraad op Kos.
In de oudheid werd Kos ook wel Meropis of Nymphaea genoemd. Diodoros van Sicilië en Strabo omschrijven een goed ommuurde haven. De ligging van Kos gaf het een belangrijke rol in de handel op de Egeïsche Zee, terwijl het eiland zelf volgens Plinius bekendstond om zijn goede wijn en later ook vanwege de zijde-industrie. Dichters die moe waren van Alexandrië vestigden zich op Kos.
In de oudheid was Kos beroemd vanwege het sanatorium, het Asklepieion. Behalve Hippocrates zijn ook de schilder Apelles en de dichter Philitas en misschien Theocritus beroemde Griekse burgers van Kos.
In het jaar 2 werd Kos onderdeel van het Romeinse Rijk waar het vanaf het jaar 53 de titel kreeg van "vrije stad". Nadat het Romeinse Rijk uit elkaar was gevallen werd Kos deel van het Byzantijnse Rijk. In de middeleeuwen kreeg de Republiek Venetië het eiland in handen, deze verkocht het in 1315 weer aan de Johannieters. Tweehonderd jaar waren de Johannieters op het eiland aanwezig, waarna ze Kos weer verlieten. Kos dreigde door Turkije te worden bezet, het maakte vanaf 1523 deel van het Ottomaanse Rijk uit. Het kwam in 1912 weer in handen van Italië.
In de Tweede Wereldoorlog waren de eilanden lang bezet door de Italianen. Nadat Italië had gecapituleerd, ontstond er een strijd om de macht op de Dodekanesoseilanden. Britse en Duitse troepen probeerden het gebied te bezetten. Nadat Britten het eiland hadden bevoorraad, namen de Duitsers het eiland na de Slag om Kos in. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het eiland onder Brits protectoraat te staan, waarna het vanaf 1947 onderdeel ging uitmaken van Griekenland.
Er vond tijdens de nacht van 20 juli op 21 juli 2017 rond 1.30 uur 's nachts op Kos en in de Turkse stad Bodrum een zware aardbeving plaats. De aardbeving was het zwaarst te voelen in de stad Kos, met een kracht van 6,7 op de schaal van Richter. De aardbeving werd door een kleine tsunami gevolgd. Er vielen twee doden. 115 mensen raakten gewond, waarvan 12 ernstig.
Geografie
Kos is een langgerekt eiland, grofweg georiënteerd in oostnoordoostelijke richting. Het van oorsprong vulkanische eiland kent zowel vruchtbare vlaktes als onvruchtbaar bergland. Het hoofddeel van het eiland meet ruim 30 bij 8 km en wordt gedomineerd door een keten van heuvels en bergen op de zuidelijke helft, met als hoogste top de Dikeos (846 m). Aan de zuidkant van deze keten is de kuststrook zeer smal, aan de overige zijden zijn er uitgestrekte glooiende en vlakke gebieden. De Dikeos (of Dikaios) is niet meer actief vulkanisch, maar het karakter is wel te merken aan enkele warmwaterbronnen, zoals de Embros Thermae.
Aan het zuidwestelijke uiteinde van Kos is er een heuvelachtig schiereiland, Kefalos, met het gelijknamige dorp.
Aan de kust van Kos komen verschillende soorten zeeschildpadden voor, waaronder de beschermde onechte karetschildpad. Verder kan men overal op het eiland landschildpadden tegenkomen.
Kos-Stad is de hoofdstad van het eiland, heeft de grootste haven en is het toeristische en culturele centrum. Dicht bij de haven ervan staat de 14e-eeuwse burcht de Neratzia, die in 1315 door de ridders van St. Johannes van Rodos is gebouwd. In het centrum van de stad ligt een oude marktplaats, een agora. Het oude Asklepieion bevindt zich tussen Kos-Stad en de Dikeos.
Afgezien van de hoofdplaats lagen de belangrijkste nederzettingen van het eiland traditioneel in het heuvelland, zoals de plaats Antimachia. De kustplaatsen vormden satellietdorpen waar mensen vooral tijdelijk verbleven. Door de opkomst van het toerisme is het zwaartepunt verschoven naar de badplaatsen. Op de helling van de Dikeos ligt het zeer toeristische dorpje Zia.
Het eiland Kos is sinds de bestuurlijke herindeling van 2011, met het Programma Kallikratis, één gemeente (δήμος = dimos). De vroegere gemeenten op het eiland (Dikaios, Irakleides en Kos-Stad) werden toen als zelfstandig bestuursorgaan opgeheven en werden deelgemeenten van Kos. Per deelgemeente zijn de verschillende plaatsen gegroepeerd in lokale gemeenschappen (δημοτικές κοινότητες = dimotikes kinótites).[1]
Samen met de naburige eilandgemeente Nisyros vormt Kos een regionale eenheid, die eveneens Kos heet (Περιφερειακή ενότητα Κω), binnen de regio Zuid-Egeïsche Eilanden.
Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Kos. De zandstranden zijn de voornaamste attractie. Verder zijn er grote hotels, horecagelegenheden en souvenirwinkels.
Landbouw
De vruchtbare delen van het eiland, en dan vooral het vlakkere deel, worden voor landbouw gebruikt. De belangrijkste producten die worden verbouwd zijn druiven, amandelen, vijgen en olijven.
Vis
Hoewel Kos een eiland is, is er betrekkelijk weinig vis te koop. Lange tijd is er rondom Kos met dynamiet gevist. Door de explosies kwamen de vissen verdoofd naar het oppervlak drijven waarna het eenvoudig was ze te vangen. Hoewel dit een effectieve manier van vissen leek, bleken later de visgronden dermate zwaar beschadigd dat de visstand rondom Kos ernstig teruggelopen was.
Veel restaurants huren lokale vissers in die zorgen voor een dagelijkse verse aanvoer van vis.
Bezienswaardigheden
Op Kos zijn diverse gedenktekens voor de arts Hippocrates, alsmede voor de god voor de geneeskunst uit het Griekse pantheon: Asklepios, die leermeester zou zijn geweest van Hippocrates. Beroemd is bijvoorbeeld de plataan van Hippocrates, die in de hoofdstad Kos staat. Er is ook een museum aan Hippocrates gewijd. Verder bevinden zich diverse archeologische sites in of bij de stad, waaronder het Asklepeion, een Romeins theater en een gymnasium.
Plataan van Hippocrates
Romeins theater
Windmolen in Antimachia
Verkeer en vervoer
Kos heeft een vliegveld, luchthaven Kos. Er zijn goede veerverbindingen, vanaf de stad Kos, tussen Kos en andere Griekse eilanden. Vanaf het zuiden van Kos, van havenplaats Kardamena is er een bootverbinding naar Nisyros, aan het noorden vanaf Mastichari onder andere naar Kalymnos. Ook is er een veerverbinding met Bodrum (stad).
↑(el) ΕΦΗΜΕΡΙΣ ΤΗΣ ΚΥΒΕΡΝΗΣΕΩΣ (2010), de bestuurlijke indeling van Griekenland vanaf 2011, met inwonertallen van 2001; zie p. 17442 'M6. ΠΕΡΙΦΕΡΕΙΑΚΗ ΕΝΟΤΗΤΑ ΚΩ' voor de regionale eenheid en gemeente Kos.