De olympische medailles waren te verdienen in de vier traditionele sportdisciplines; mannen, vrouwen, paren (sinds 1908 op het programma) en het ijsdansen (sinds 1976 op het programma).
Het Litouwse ijsdanspaar Margarita Drobiazko en Povilas Vanagas nam voor de vijfde keer deel aan de Olympische Spelen, een record bij het olympische kunstschaatsen in alle vier de disciplines. De soliste Elena Liasjenko en ijsdanseres Tatjana Navka namen voor de vierde keer deel. Zeventien personen namen voor de derde keer deel en 41 peresonen voor de tweede keer.
Vooraf was Evgeni Plushenko al de grote favoriet voor de titel. Tijdens de wedstrijd liet hij er dan ook geen gras over groeien. Al na de korte kür nam hij een voorsprong van meer dan 10 punten op zijn op dat moment naaste belager, de Amerikaan Johnny Weir. Met die prestatie kon de zege hem nauwelijks nog ontgaan. De lange kür van Plushenko was imponerend. Foutloos schaatste hij naar de overwinning en kwam tot een score van 167.67 wat hem een totaal van 258.33 opleverde, een persoonlijk record.
Het verschil met de concurrentie was groot, uiteindelijk meer dan 27 punten met de zilverenmedaillewinnaar. Johnny Weir die na de korte kür nog tweede stond maakte enkele foutjes tijdens zijn lange kür en zakte in het klassement naar de vijfde plaats. De strijd om het zilver en brons ging tussen een andere Amerikaan, Evan Lysacek, de Zwitser Stéphane Lambiel en de Canadees Jeffrey Buttle.
Van de drie had Lambiel de hoogste score bereikt in de korte kür, voor Buttle en Lysacek volgde al op 13 punten. Lysacek zette echter een goede lange kür neer en scoorde daarin 152.58 punten en nam zodoende op dat moment ruim de zilveren medaille in zijn bezit. Vervolgens was het de beurt aan Buttle, die een nog betere score neer wist te zetten. Zijn 154.30 was goed genoeg om Lysacek voorbij te gaan en om Lambiel onder druk te zetten.
Lambiel op zijn beurt zette de minste kür van de drie neer. De Zwitser wist de score te beperken en kwam tot een resultaat van 152.17 punten, wat hem op een eindtotaal bracht van 231.21. Die score leverde hem het zilver op, terwijl het brons was weggelegd voor Jeffrey Buttle.
Kende het paarrijden in Salt Lake City 2002 een sensationele ontknoping met het dubbele goud na de omkoping van een jurylid, zo kende dezelfde discipline in 2006 opnieuw een merkwaardig en sensationeel slot. Dat het evenement werd gedomineerd door de Russen en de Chinezen stond op voorhand al min of meer vast.
Totmianina/Marinin reden hun laatste toernooi en zetten alles op alles om hun eerste Olympische medaille te veroveren. Nadat ze in de korte kür als eerste stonden op de ranglijst reden ze ook in de lange kür vrijwel foutloos en konden alleen de Chinezen Zhang/Zhang hen nog van het goud afhouden.
Bij de eerste weggeworpen sprong zakte Dan Zhang echter weg door haar knie en leek ze haar wedstrijd niet voort te kunnen zetten. Na een onderbreking van enkele minuten vervolgde ze onder luid applaus van het publiek toch haar kür. Het springen ging niet meer van harte, maar met enkele spectaculaire lifts behaalden ze toch nog een score die goed genoeg was voor het zilver.
De verrassing van het IJsdansen van deze spelen was de eerste plaats van Barbara Fusar Poli en Maurizio Margaglio, het Italiaanse paar na de verplichte dans. Zij maakten na vier jaar afwezigheid hun rentree. Het Italiaanse publiek reageerde enthousiast na hun dans en beloonde hen met een omstreden eerste plaats.
Zij vergooiden hun kansen echter tijdens de originele dans. In de laatste vijf seconden van hun dans ging Margaglio onderuit en liet hij Fusar Poli uit zijn handen glippen. De leiding werd overgenomen door de favorieten en wereldkampioenen Tatjana Navka en Roman Kostomarov uit Rusland. Tanith Belbin en Benjamin Agosto uit de Verenigde Staten volgden op de tweede plaats, terwijl Olena Hroesjyna en Roeslan Hontsjarov uit Oekraïne op brons stonden. De originele dans werd gekenmerkt door de vele valpartijen, waardoor grote verschuivingen ontstonden.
Tijdens de vrije dans waren er minder grote verschuivingen, maar klommen enkele combinaties die eerder minder presteerden omhoog op de ranglijst. Dat was echter niet genoeg om invloed te hebben op de medailleverdelingen.
Tatiana Navka en Roman Kostomarov dansten op de muziek van BizetsCarmen en lieten met hun geografie aan de jury zien waar ze toe in staat waren. Deze performance werd met 101,37 punten beloond.
De nieuwe puntentelling maakte het voor vele rijders moeilijker, echter voor de volgers leverde dit een uitdagendere strijd op.