Leonurus is een geslacht van bedektzadigen uit de lipbloemenfamilie[2]. De naam is afgeleid van het Latijnse woord leo = leeuw, en het Oudgriekse woord οὐρά (oura) = staart. Letterlijk vertaald betekent het woord dus leeuwenstaart.[3]
Het geslacht is verwant aan Leonotis. Het geslacht kent ongeveer twintig soorten[4], die vooral op het Euraziatische continent voorkomen.
In België en Nederland komt een soort in het wild voor, namelijk hartgespan (Leonurus cardiaca)[2][5]. Elders in Europa komt Leonurus marrubiastrum voor[6].
Algemene kenmerken zijn een klokvormige kelk met vijf stekelpuntige tanden. De kroonbuis is korter dan de kelk. De bloem is tweelippig. De bovenlip is gewelfd en behaard. De meeldraden lopen min of meer parallel.[6] De bladeren zijn drie- tot zevenlobbig.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Leonurus in Tropicos
- ↑ a b Meijden, R. van der, Heukels' Flora van Nederland, 23e druk, ISBN 9-789001-583446
- ↑ Backer, C.A. (1936). Verklarend woordenboek der wetenschappelijke namen van de in Nederland en Nederlandsch-Indië in het wild groeiende en in tuinen en parken gekweekte varens en hoogere planten (Editie Nicoline van der Sijs).
- ↑ a b Leonurus in de Flora of China
- ↑ Fischer, M.A., K. Oswald & W. Adler, Excursionsflora von Osterreich, Liechtenstein und Sudtirol, 3e Auflage, ISBN 9-783854-741879
- ↑ a b Oleg Polunin, Bloemen en Planten van Europa, Uitgave N.V. Gebr. Zomer en Keunings uitgeversmaatschappij - Wageningen ISBN 90 210 0460 7