Het levend begraven van iemand kan bewust (als straf, marteling of executie), onbewust (in de misveronderstelling dat iemand reeds overleden is), vrijwillig (als stunt voor een ontsnappingspoging of zelfmoord) of per ongeluk (als gevolg van bijvoorbeeld een instorting) gedaan worden. Doordat de zuurstof met iedere ademteug minder wordt, stikt de begravene uiteindelijk. De doodsoorzaak kan echter ook uitdroging, ondervoeding of onderkoeling zijn.
Executie
Als vorm van executie werd het levend begraven van veroordeelden onder andere toegepast in het Chinese Keizerrijk.
Ook in de Nederlanden en Europa was deze executievorm niet ongebruikelijk. Vooral tijdens de Inquisitie werd de straf toegepast voor (veelal) vrouwelijke ketters.[1][2]
In de Romeinse Republiek was dit onder andere de straf voor Vestaalse maagden die hun maagdelijkheid niet hun gehele diensttijd behielden. Dezen werden dan tussen een aantal muren gemetseld, waar ze uiteindelijk de dood zouden vinden door dorst of uithongering. Soms werd het lijden wreed verlengd door opzettelijk een beker water en brood mee te geven.
Bij bepaalde Zuid-Amerikaanse volken zoals de Auca (Huaorani) wordt deze executiemethode eveneens toegepast.[bron?]
Twee van de drie hoofdpersonen in de musical Aida, Radames en Aida, worden levend begraven als vorm van executie.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Overijsselsche almanak voor oudheid en letteren, Volumes 7-8 P.80 Uitgave:J. de Lange, 1841. "In 1340 komt eene uitgave voor wegens het levend begraven van twee vrouwen; in 1345 voor het levend begraven van zekeren Engelkijn, enen man. In 1387 werd de priester betaald, die de biecht van Benekin en eenen anderen man, die levend begraven werden, had afgenomen. In 1539 werden weder twee levend begraven en twee mannen verbrand. Hieruit blijkt, dat het levend begraven , of in de aarde delven , geene straf bij uitsluiting voor vrouwen was, gelijk ergens beweerd wordt"
↑Kris Van Der Peeters, Dorinda Dekeyser: Vrouwenfaam Op Straat: Vrouwen Maken Naam P.30 Uitgave: Garant, Jan 1, 1999