Lodewijk werd geboren in het kasteel van Versailles. De geboorte van een erfgenaam voor de troon was lang verwacht sinds de tragische dood van vele leden van de Franse koninklijke familie rond 1710. Rond die tijd stierven onder andere een Lodewijk, de grote dauphin, een andere Lodewijk, hertog van Bourgondië en zijn jong gestorven oom, ook met de naam Lodewijk. Toen de derde zwangerschap van Maria Leszczyńska resulteerde in een zoon in 1729 was er bij het Franse volk grote vreugde. In alle belangrijke steden van Frankrijk was er vuurwerk. In Rome en aan andere Europese hoven waren ook feesten ter ere van de Franse troonopvolger. Omdat hij de erfgenaam was van de Franse troon kreeg hij de traditionele titel 'dauphin van Frankrijk'.
Volgens de gewoonte van de Franse koninklijke familie werd Lodewijk Ferdinand privé en zonder een naam door kardinaal Armand de Rohan gedoopt. Op 27 april1737 toen hij zeven jaar oud was, vond er een openbare doop plaats. Het was tijdens deze ceremonie dat hij de naam Lodewijk kreeg. Zijn peetouders waren Lodewijk, hertog van Orléans (Lodewijk van Orléans) en de douairière hertogin van Bourbon (weduwe van Lodewijk III van Bourbon-Condé).
Lodewijk kreeg dezelfde gouvernante als zijn vader, negentien jaar daarvoor, de bejaarde hertogin de Ventadour. Toen hij zeven jaren oud was, werd de hertog van Châtillon zijn gouverneur, de Graaf van Muy werd benoemd tot tweede gouverneur en Jean François Boyer, de vroegere bisschop van Mirepoix, werd tot leermeester benoemd.
Vanaf jonge leeftijd had Lodewijk een grote interesse in militaire kunst. Hij werd bitter teleurgesteld toen zijn vader hem niet toestond deel te nemen aan een campagne in 1744 tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog. Toen zijn vader ziek werd in Metz en er voor diens leven gevreesd werd, gehoorzaamde Lodewijk zijn vader niet en hij zocht, in plaats van de regeringszaken op zich te nemen, zijn vader op. Zijn overhaaste actie, die in de dood van zowel Lodewijk Ferdinand als zijn vader had kunnen resulteren, resulteerde in een permanente verandering in de relaties tussen vader en zoon. Tot aan die gebeurtenis was de relatie tussen Lodewijk XV en zijn zoon goed en erg hecht, maar doordat de dauphin de monarchie in gevaar had gebracht, was deze relatie vanaf dat moment tot Lodewijks dood erg slecht.
In 1744 onderhandelde Lodewijk XV over een huwelijk voor zijn vijftien jaar oude zoon en de negentien jaar oude infante Maria Theresia van Spanje (1726-1746), dochter van koning Filips V van Spanje en diens Italiaanse vrouw, koningin Elisabetta Farnese. Het huwelijkscontract werd op 13 december1744 ondertekend; het huwelijk werd door volmacht in Madrid gesloten op 18 december 1744 en in persoon te Versailles op 23 februari1745 gevierd. Zij hadden één dochter:
Maria Theresia (19 juli1746 – 27 april1748). Door haar geboorte kreeg zij de titel Madame Royale. Direct na haar geboorte kreeg Madame de Tallard de zorg van haar opvoeding in handen.[bron?]
Als kleindochter van de Franse koning kreeg zij als achternaam de France en niet de Bourbon. De Bourbon werd vooral gebruikt door de prinsen van den Bloede. Als kleindochter van Frankrijk kreeg zij de aanspreektitel Hare Koninklijke Hoogheid. Ze stierf heel plots, nog geen twee jaar oud. Vlak voor haar dood werd ze gedoopt, en kreeg ze de naam Maria Theresia, de naam van haar moeder. Ze werd bijgezet in de Kathedraal van Saint-Denis.
Drie dagen na de geboorte van hun dochter stierf Lodewijks vrouw, Maria Theresia op 22 juli 1746. Lodewijk Ferdinand was, amper zestien jaren oud, een weduwnaar.
In 1746 ontving Lodewijk de Orde van het Gulden Vlies van zijn schoonvader de Spaanse koning Filips V.
Lodewijk Ferdinand was vrij stevig. Hij werd goed opgevoed: een leergierige man, gecultiveerd en een groot liefhebber van muziek, hij had liever een goed gesprek dan dat hij ging jagen (een wereld van verschil met zijn vader, Lodewijk XV, en zijn zoon, Lodewijk XVI, die wel een zwak hadden voor jagen). Ook ging hij liever niet naar een bal of andere feestjes. Met een scherpe zin voor redelijkheid was hij heel erg toegewijd aan zijn vrouw, Maria Josepha, en zij aan hem. Hij was erg vroom en een vurige aanhanger van de jezuïeten, zoals zijn moeder en zussen, en werd door hen geleid deel te nemen aan de Heilig Hartverering. Hij was in de ogen van zijn zusters en moeder het ideale beeld van een christelijke prins, in scherp contrast met hun vader die een beruchte vrouwenjager was.
Hij werd door zijn vader buiten de regeringszaken gehouden en onder meer daardoor was Lodewijk het middelpunt van de dévots, een groep van godsdienstige mannen die de weg hoopte vrij te maken voor Lodewijk naar de absolute macht en de troon van Frankrijk.
Overlijden
Lodewijk stierf aan tuberculose in Fontainebleau op 20 december1765, op de leeftijd van 36 jaar, terwijl zijn vader nog leefde; hij werd dus nooit koning van Frankrijk. Zijn moeder, koningin Maria Leszczyńska, en zijn grootvader aan moederskant, Stanislaus Leszczyński, voormalig koning van Polen, overleefden hem ook. Zijn oudste zoon die zijn jeugd overleefde was Lodewijk August, hertog van Berry; hij werd de nieuwe Dauphin en later, na het overlijden van zijn grootvader Lodewijk XV in 1774, koning van Frankrijk onder de naam Lodewijk XVI. Lodewijk Ferdinands tweede echtgenote Maria Josepha stierf op 13 maart1767.