Als minister van Oorlog en Marine heeft hij zich sterk gemaakt voor de verbetering van de kwaliteit van het Chileense leger.
Ondanks het bezit van uitgestrekte landerijen overleed hij toch als berooid man. Veel van zijn vermogen had hij de afgelopen jaren in zijn herverkiezingscampagnes gestoken. Hij financierde ook de campagnes van minder vermogende collega politici van de conservatieve partij.
Zijn vader, Domingo Matte Messía, was namens de Partido Conservador en later de Partido Nacional lid van de Kamer van Afgevaardigden en de Senaat. Ricardo had twaalf broers en zussen, van wie er enkelen tijdens hun leven op de voorgrond traden: Augusto (1843-1913), bankier, diplomaat en minister; Eduardo (1847-1902), politicus; Claudio (1858-1956), politicus en hoogleraar; Delia (?-?), feministe; en Domingo (1873-?), landbouwer en grootvader van Arturo Matte. Ricardo was het enige lid van zijn familie die behoorde tot de Partido Conservador (zijn andere broers behoorden tot het liberale kamp).
Ricardo Matte was getrouwd met Luisa Amunátegui Reyes en had zeven kinderen, van wie er één als klein kind overleed. Zijn dochter María Josefina Rosa Matte Amunátegui was getrouwd met generaal Pedro Pablo Dartnell.