In het seizoen 1960 startte Strub echter met Hilmar Cecco, die afscheid had genomen van Florian Camathias omdat Camathias het niet eens was met Cecco's wens om ook als solorijder te starten. Camathias begon het seizoen met de Brit John Chisnell, reed de TT van Man met Robert Fiston en de TT van Assen, de GP van België met Roland Föll. Daarna deed Camathias een beroep op Gottfried Rüfenacht. Met Föll had hij geen punten gescoord, maar in beide races hadden ze de snelste ronde gereden en waren ze door technische problemen teruggevallen.
Florian Camathias en Roland Föll begonnen voortvarend aan het seizoen met overwinningen in de Eifelrennen en in de Spaanse Grand Prix met hun Gilera-viercilinder. Verder dan deze acht punten reikte het echter niet meer. Föll reed tegen de zin van Camathias ook in een aantal soloklassen. In de TT van Man, waar hij in vier soloklassen startte, werd hij al vervangen door Alfred Herzig. Tijdens de training van de TT van Assen verongelukte hij met een 125cc-Honda CR 93-productieracer.