Een sanatorium is een herstellingsoord waar patiënten tijdelijk verblijven om te herstellen van een langdurige ziekte, zoals tuberculose.
Tuberculose
Sanatoria werden in de eerste helft van de 20e eeuw vooral ingericht om mensen met tuberculose te laten kuren bij gebrek aan een geneesmiddel voor deze vaak fatale ziekte. Schone lucht, bedrust en gezonde voeding waren toen de belangrijkste geneesmiddelen bij deze besmettelijke ziekte. Het eerste sanatorium voor tbc-patiënten werd in 1854 geopend in Görbersdorf in Duitsland door Hermann Brehmer (1826-1889). Tegenwoordig heet deze plaats Sokołowsko en ligt het in Polen. Een verblijf in een sanatorium kon maanden tot jaren duren.
In België werden sanatoria opgericht aan de kust, in Bredene en Oostduinkerke, door caritatieve instellingen uit de grootsteden.
Ook in Nederland bevonden zich tuberculose-sanatoria. Vanwege de gewenste schone lucht in de behandeling, bevonden de meeste sanatoria zich hier ook aan zee of nabij bossen. Een geliefde regio in de bossen was het Gooi (bijvoorbeeld Hoog Blaricum, Sanatorium Zonnestraal, Hoog Laren en Sanatorium Hilversum). Ook waren er sanatoria nabij steden, dit waren vaak dag- of nachtsanatoria, waar de patiënten respectievelijk 's avonds of 's ochtends weer naar huis gingen.