Ze hebben 8 poten en meestal een in tweeën gedeeld lichaam; kop en borststuk zijn gefuseerd tot een cephalothorax, oftewel kopborststuk en het opisthosoma, het achterlijf. De lichaamslengte van spinachtigen varieert van kleiner dan 1 millimeter (mijten en teken) tot 23 centimeter (schorpioen). De mannetjes zijn meestal kleiner dan de vrouwtjes. Zweepstaartschorpioenen, bastaardschorpioenen en schorpioenen hebben ook krachtige vangwerktuigen ontwikkeld. De laatste twee groepen zijn tevens giftig, de minuscule bastaardschorpioenen hebben gifklieren in de scharen, schorpioenen de bekende gifstekel.
De tak van de zoölogie die zich bezighoudt met de studie van de spinachtigen is de arachnologie. De spinachtigen danken hun benaming arachnida aan de Griekse mythologische figuur Arachne.
↑(en) Jeram AJ, Selden PA, Edwards D. (1990). Land animals in the silurian: arachnids and myriapods from shropshire, England.. Science250 (4981): 658–61. DOI: 10.1126/science.250.4981.658.