De Ulster Grand Prix werd in de week na de TT van Man georganiseerd. Daarmee werden veel kosten bespaard. In het jaar ervoor moesten de coureurs en teams na de TT naar het vasteland van Europa reizen om tussen de GP van Frankrijk en de GP van Zwitserland helemaal naar Noord-Ierland heen en weer te reizen. Nu kon men meteen de korte bootreis van Peel naar Portaferry maken. Er waren geen gecombineerde klassen meer, elke klasse reed haar eigen race waardoor de coureurs niet meer hoefden te kiezen in welke klasse ze startten.
500cc-klasse
Er was wel degelijk een 500cc-race in Ulster, die werd gewonnen door Ray Amm voor Rod Coleman en Gordon Laing. Door het slechte weer werd de race echter ingekort van 27 tot slechts 15 ronden en daardoor leverde ze geen geldig resultaat op.
Het fabrieksteam van Moto Guzzi (waarvan tijdens de TT van Man iedereen was uitgevallen), was niet naar Ulster gereisd. Dat gaf Norton en AJS vrij spel en Ray Amm won ook de 350cc-race voor zijn teamgenoot Jack Brett en Bob McIntyre met de AJS 7R. Gordon Laing, die een mooie derde plaats in de 500cc-race verloren had zien gaan omdat het resultaat niet telde, werd nu vierde.