Op grond van een beslissing van de gezamenlijke internationale tennisbonden[2] speelden deelneemsters uit Rusland en Wit-Rusland zonder hun nationale kenmerken.
Enkelspel
Titelverdedigster Ons Jabeur was het vierde reekshoofd. Zij strandde al in de eerste ronde.
De als eerste geplaatste Aryna Sabalenka kwam niet verder dan de tweede ronde.
Het zevende reekshoofd, Petra Kvitová uit Tsjechië, won het toernooi. In de finale versloeg zij de ongeplaatste Kroatische Donna Vekić in twee sets, met een tiebreak in de tweede set. Kvitová wist voor het eerst in haar loopbaan het toernooi van Berlijn op haar naam te schrijven. Het was haar 31e WTA-titel, de tweede van dat jaar. Zij incasseerde US$ 120.150 prijzengeld op dit toernooi.
Van de titelhoudsters Storm Hunter (vorig jaar: Sanders) en Kateřina Siniaková had de eerste zich niet voor deze editie van het toernooi ingeschreven. Siniaková speelde samen met landgenote Markéta Vondroušová, met wie zij de finale bereikte.
Het eerste reekshoofd, Nicole Melichar-Martinez en Ellen Perez, bereikte de halve finale. Daarin werden zij uitgeschakeld door de latere winnaressen.
Het ongeplaatste duo Caroline Garcia en Luisa Stefani won het toernooi. In de finale versloegen zij het eveneens ongeplaatste Tsjechische koppel Kateřina Siniaková en Markéta Vondroušová in de match-tiebreak, na een tiebreak in de tweede set. Het was hun eerste gezamenlijke titel. Française Garcia had daarnaast acht eerdere dubbelspeltitels met andere partners; de Braziliaanse Stefani tien.