Op grond van een beslissing van de gezamenlijke internationale tennisbonden[1] speelden deelneemsters uit Rusland en Wit-Rusland zonder hun nationale kenmerken.
Enkelspel
Titelhoudster Ashleigh Barty was haar titel niet komen verdedigen.
De als eerste geplaatste Poolse Iga Świątek bereikte de derde ronde. Daarin werd zij uitgeschakeld door Madison Keys.
KwalificanteCaroline Garcia uit Frankrijk won het toernooi. In de finale versloeg zij de ongeplaatste Tsjechische Petra Kvitová in twee sets. Zij werd zo de eerste kwalificante die een toernooi won van de categorie WTA 1000 (respectievelijk voorgangers Premier Mandatory en Premier Five) sinds deze categorieën werden geïntroduceerd in 2009.[2] Garcia wist voor het eerst in haar loopbaan het toernooi van Cincinnati op haar naam te schrijven. Het was haar elfde WTA-titel, de derde van dat jaar. Zij won US$ 412.000 prijzengeld op dit toernooi.
De Belgische Elise Mertens bereikte de derde ronde, waarin zij verloor van de latere winnares.
Titelverdedigsters Samantha Stosur en Zhang Shuai hadden zich niet als team voor deze editie van het toernooi ingeschreven. Stosur speelde samen met de Taiwanese Latisha Chan – zij strandden al in de eerste ronde. Zhang en de Japanse Ena Shibahara waren als derde geplaatst – zij bereikten de tweede ronde.
Het eerste reekshoofd, Veronika Koedermetova en Elise Mertens, bereikte de halve finale. Daarin werden zij uitgeschakeld door de latere winnaressen.
Het als zevende geplaatste duo Ljoedmyla Kitsjenok en Jeļena Ostapenko won het toernooi. In de op zaterdag 20 augustus gespeelde finale versloegen zij het ongeplaatste koppel Nicole Melichar-Martinez en Ellen Perez in twee sets, met een tiebreak in de eerste set. Het was hun tweede gezamenlijke titel. De Oekraïense Kitsjenok had daarnaast vijf eerdere dubbelspeltitels met andere partners; de Letse Ostapenko vier.
Behalve Mertens was er nog één Belgische deelneemster: Kirsten Flipkens en de Spaanse Sara Sorribes Tormo konden na hun eerste optreden huiswaarts keren.