Frankrijk staat bij aanvang van het toernooi op de zeventiende plaats van de FIFA-wereldranglijst. Frankrijk daalde in begin 2010 tot de helft van dat jaar van de zevende naar de 27e positie. Daarna steeg Frankrijk langzaam op de ranglijst en bereikte in september 2011 de twaalfde positie, waarna het land in een periode van schommelingen terechtkwam. Vanaf begin 2014 tot juni van dat jaar steeg Frankrijk drie posities in de ranglijst.[1] Tien andere bij de UEFA aangesloten landen wisten in de wereldranglijst een betere positie te bemachtigen.
Frankrijk speelde in de groepsfase in groep E drie wedstrijden, waarvan het land twee wedstrijden won en er één gelijkspeelde. De eerste wedstrijd tegen Honduras won Frankrijk met 3-0, de tweede wedstrijd tegen Zwitserland won het land met 2-5 en laatste wedstrijd tegen Ecuador werd met 0-0 gelijkgespeeld. Frankrijk won de achtste finale met 2-0 van Nigeria.
Duitsland staat bij aanvang van het toernooi op de tweede plaats van de FIFA-wereldranglijst. Het land bereikte in maart 2006 zijn dieptepunt – toen het op de 22e positie stond – maar begon daarna aan een flinke stijging. Die stijgingsperiode eindigde rond de jaarwisseling van 2006 en 2007 en bracht Duitsland naar de vijfde positie. Sindsdien schommelt het land tussen de tweede en de zesde positie.[2] Eén ander bij de UEFA aangesloten land wist op de ranglijst van juni 2014 een betere plaats te bemachtigen; dat was Spanje.
Duitsland speelde in de groepsfase in groep G drie wedstrijden, waarvan het land twee wedstrijden won en er één gelijkspeelde. De eerste wedstrijd tegen Portugal won Duitsland met 4-0, de tweede wedstrijd tegen Ghana speelde het land met 2-2 gelijk en laatste wedstrijd tegen de Verenigde Staten werd met 0-1 door Duitsland gewonnen. Duitsland won de achtste finale tegen Algerije met 2-1.
Deze landen speelden 25 keer eerder tegen elkaar, waarvan een vriendschappelijke wedstrijd op 6 februari 2013 zich het recentst heeft plaatsgevonden. Die wedstrijd werd door Duitsland met 1-2 gewonnen. In totaal won Frankrijk elf van de 25 interlands, Duitsland acht en werden er zes gelijkgespeeld. In totaal wist Frankrijk 41 keer in het doel van de Duitsers te scoren; andersom gebeurde dat 42 keer.[3]