Een wijnroeier is iemand die met een speciale peilstok met schaalverdeling (de wijnroede of vergierroede) de hoeveelheid wijn of andere vloeibare en droge waar in een vat kon meten. Dit was van belang om de waarde van het vat en de belasting vast te stellen. Het beroep van wijnroeier kwam in Europa voor tot in de negentiende eeuw. Het bijbehorende werkwoord is wijnroeien of pegelen (peilen, in het buitenland wine gauging (Engels), jaugeage en verger (Frans) en visieren (Duits)).[1]
Taak
De wijnroeiers hadden als taak om bij slijters of kopers vast te stellen hoeveel wijn er in hun vaten zat. Op basis daarvan kon de verschuldigde accijns worden berekend. Daarnaast werden de wijnroeiers ook bij slijters of particulieren ingeschakeld om de precieze hoeveelheden vast te stellen bij geschillen of in geval van twijfel. Behalve van wijnvaten peilden de wijnroeiers ook de inhoud van vaten olie, levertraan en andere vloeibare en droge handelswaren die in vaten werden bewaard.
De functie van wijnroeier was een openbaar ambt. Wijnroeiers waren dan ook in dienst van een stad of van het rijk. Voor toelating (admissie) als wijnroeier moest een examen worden afgelegd. Rond 1650 waren er in Amsterdam bijvoorbeeld zes wijnroeiers. Vaak waren wijnroeiers ook landmeters en omgekeerd. Er is een verordening voor de wijnroeiers van Parijs uit de dertiende eeuw bekend.
Wiskundige achtergrond
Vele kasboeken uit de late middeleeuwen, de Renaissance en later beschrijven onder meer de methodes en rekenregels van de wijnroeiers. In Nederland bijvoorbeeld de boeken van Thomas van der Noot (1513), Adriaan Metius (1634), R. de la Rose (1639), C.F. Eversdijck (1655) tot aan die van Rehuel Lobatto (1839) en H. van Blanken (1857). Zij onderscheiden verschillende vormen vaten en geven algoritmes voor de inhoudsbepaling van volle en deels lege vaten.
Toen Johannes Kepler in 1613 hertrouwde en als goede echtgenoot een vat wijn insloeg, was een bezoek van een wijnroeier voor de afrekening de aanleiding voor zijn Nova stereometria doliorum (1615) en Messekunst Archimedis (1616). In de Doliometria leidde hij de inhoud van allerlei omwentelingslichamen op meetkundige wijze af, waarmee hij vooruitliep op de integraalrekening. In de Duitstalige Messekunst populariseerde hij zijn bevindingen voor praktisch gebruik door wijnroeiers.
Vele historische musea hebben wijnroedes (de peilstokken van de wijnroeier) in hun verzameling. De schaalverdelingen kunnen lineair, kwadratisch of kubisch zijn of geschikt voor wanmeting, de inhoudsbepaling van deels lege vaten. Bijvoorbeeld het Universiteitsmuseum Utrecht bezit een aantal wijnroedes.
Historische literatuur chronologisch, onvolledig
Tractaetken vander Vergierroede, begin 16e eeuw, Brugge[2]
Vanden Hoecke, Gielis, Een sonderlinghe boeck in dye edel conste Aritmetica.., Antwerpen 1537
Vanden Hoecke, Gielis, In Aritmetica een sonderlinge excellent boeck.., Antwerpen 1545
Anonymus, Die waerachtige const der Geometrien...Hoemen maken sal die wijnroede, om daer mede te roeden alderhande tonnen vaten cuypen backen ende dier ghelijcke, Brussel1513 en Antwerpen1547
Raedts, Willem, Pracktijcke om lichtelijc te leeren visieren alle Vaten metter Wisselroede, Antwerpen, 1566, herzien door Michiel Coignet, Antwerpen 1580
Eversdijck, C. F., Tafelen van de Wanne-mate, 1655
Anhaltin, C. M. Oprecht, grondich en rechtsinnigh Schoolboeck van de Wijn-Royerijen, 1663, volledige tekst[4]
de Graad, K. P., De nieuwe vermeerder Roykunst, 1679
de Graaf, Abraham, De Geheel Mathesis of Wiskonst, herstelt in zijn natuurlijke gedaante, 1694
Anemaet, D. B., Om de wortel te trecken..., rond 1690
Lulofs, J. Grondbeginselen der wijnroei- en peilkunde, ten dienste der Landgenoten, 1764
Muller, M. Proeve van Wijnroeykunde, 1780
De Hartog, H., Nieuwe Theorie der Wijnroei- en Peilkunde, Amsterdam, P.E. Briet, 1815
Lobatto, R., Proeve eener nieuwe handelwijze ter bepaling van den inhoud der vaten, 1839
Van Blanken, H., Beginselen van Roei- en Peilkunde, Deventer, A. Tjaden, 1857
Galerij
Wijnroeien met een wijnroede waarop een kubische schaalverdeling staat: de punten staan dichter bij elkaar linksboven, 1523
Schaalverdeling op wijnroeistokken, links: quadraatroede voor oppervlaktemeting; rechts: cubiqwortelroede voor inhoudsmeting. Uit C. van Leeuwen, Schoolboek der wijnroeyeryen, 1663
Jacob Matham naar Cornelis Ketel: Portret van de wijnroeier Vincent Jacobsz. Coster met de personificaties van de rechtvaardigheid en matiging, 1602
Adriaan Metius, Manuale Arithmeticae et Geometricae Practicae, 1633, titelpagina
Adriaan Metius, Manuale Arithmeticae et Geometricae Practicae, wijnvat, p. 146
Reinier van Persijn: Portret van Christian Martin Anhaltin, 1659
Anhaltin, Oprecht, grondich en rechtsinnigh Schoolboeck van de Wijn-Royerijen, 1663, titelpagina
Anhaltin, Oprecht, grondich en rechtsinnigh Schoolboeck van de Wijn-Royerijen, 1663. Wijnvat met inhoudsberekening, p 16
↑Folkerts, M. Die Entwicklung und Bedeutung der Visierkunst als Beispiel der praktischen Mathematik der frühen Neuzeit., Humanismus und Technik 18 (1974), 1-41
↑D. Verlé, Compte rendu d'un traité de jaugeage du XVI siècle, Janus 49(1960), 20-47