Hij was lid van de familie Netscher en een zoon van de Duitse beeldhouwerJohann Netscher. Al op jonge leeftijd ging hij in Arnhem in de leer bij de schilder Hendrick Coster. Hij rondde zijn opleiding af in het atelier van Gerard ter Borch in Deventer. In 1658 of 1659 trok Netscher naar Den Haag. In 1659 vertrok hij op weg naar Italië, maar kwam niet verder dan Bordeaux, waar hij ging wonen. Hij ontmoette er zijn latere echtgenote Margaretha Godijn. In 1662 keerde hij met gezin terug naar Den Haag, waar hij op 25 oktober toetrad tot het Haagse schildersgilde Pictura. [1]
Stijl
Aanvankelijk schilderde Netscher eenvoudige genrestukken van een klein formaat, die de invloed van Gerard ter Borch verraden. Maar in de jaren zestig ging hij meer voorname onderwerpen schilderen. Hij maakte ook veel portretten in de elegante Haagse hofstijl, onder meer van stadhouder Willem III. In de jaren zeventig ontving Netscher hoge prijzen voor zijn werk.
Casper schilderde verfijnde stukken, zo te zien, huiselijke gebeurtenissen in elegante interieurs, die bijzonder in trek zijn bij een Frans georiënteerde elite, ter aankleding van de kunstkabinetten vol schilderijen en andere kunstvoorwerpen.[2]Omdat er een erg grote vraag naar zijn werken was, moest hij assistenten inschakelen. Caspar Netscher had, net zoals de Leidse fijnschilders[2], een rijke stofsuggestie: hij was heel goed in het weergeven van oriëntaalse tapijten, zijde, borduursels[2] en brokaat.
Verder zijn er ook historiestukken, landschappen en tekeningen van de hand van Netscher bewaard gebleven.