De duin-buntgras-associatie (Violo-Corynephoretum) is een associatie uit het buntgras-verbond (Corynephorion). De associatie is typisch voor droge, kalkarme binnenduinen van de kuststreek.
De duin-buntgras-associatie wordt gekenmerkt door een lage vegetatie zonder boom- en struiklaag. De kruidlaag is open tot min of meer gesloten, en wordt afgewisseld met stukken los zand.
Deze plantengemeenschap is gebonden aan zure, voedselarme profielloze zandbodems op zonnige, warme locaties in de duinen van het kustgebied. Deze zijn vooral te vinden op ontkalkte, uitgeloogde binnenduinen.
De dunne, grijze humuslaag die het zand bedekt kan licht verstuiving verdragen, maar is zeer gevoelig voor erosie door water, betreding en konijnengraverij.
Op warme, aan de zon blootgestelde zuidhellingen blijft deze vegetatie vaak jarenlang bestaan. Op minder geschikte plaatsen gaat ze geleidelijk evolueren naar vegetaties van het kraaihei-verbond. Maar vaker gaat ze door toenemende stikstofbemesting verder vergrassen en blijft er slechts een rompgemeenschap met helm en zandzegge over.
De typische subassociatie (Violo-Corynephoretum typicum) heeft een zeer dichte moslaag met overwegend ruig haarmos. De syntaxoncode voor Nederland (rVvN) van deze subassociatie is r14Aa02a.
Subassociatie met smal fakkelgras
De subassociatie met smal fakkelgras (Violo-Corynephoretum koelerietosum) wordt gekenmerkt door smal fakkelgras, geel walstro en een talrijkheid aan korstmossen. Het heeft een overeenkomst met de duinsterretjes-associatie van kalkrijke duinen, maar met het buntgras wijst op een verregaande ontkalking. De syntaxoncode voor Nederland (rVvN) van deze subassociatie is r14Aa02b.