Voor de mannen was het de 106e editie, voor de vrouwen en paren de 78e en voor de ijsdansers de 61e editie. De kampioenschappen vonden plaats van 15 tot en met 19 januari in de SYMA Hall in Boedapest, Hongarije. Het was de zevende keer dat een EK-evenement hier plaatsvond, eerder werden de mannentoernooien van 1895 en 1909 (toen nog onderdeel van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije) en de kampioenschappen van 1955, 1963, 1984 en 2004 in Boedapest gehouden.
Programma
woensdag 15 januari
donderdag 16 januari
vrijdag 17 januari
zaterdag 18 januari
zondag 19 januari
Paren
korte kür
vrije kür
IJsdansen
korte kür
vrije kür
Mannen
korte kür
vrije kür
Vrouwen
korte kür
vrije kür
Deelnemende landen
Alle Europese ISU-leden hadden het recht om een startplaats per categorie in te vullen. Extra startplaatsen (met een maximum van drie per categorie) zijn verdiend op basis van de eindklasseringen op het EK van 2013.
Er namen deelnemers uit 33 landen deel aan de kampioenschappen. Er werden 121 startplaatsen ingevuld. Het Duitse paar Aliona Savchenko en Robin Szolkowy trok zich terug voor de vrije kür bij het ijsdansen.
(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen in de vier toernooien.)
(Frankrijk vulde de derde startplaats bij de paren niet in en Azerbeidzjan vulde de extra startplaats bij het ijsdansen niet in.)
Medailleverdeling
Acht van de twaalf kunstschaatsmedailles werden gewonnen door Russische deelnemers. Bij de mannen veroverde de Spanjaard Javier Fernández voor de tweede keer de Europese titel. Voor de Russische kunstschaatsers Sergej Voronov (zilver) en Konstantin Mensjov (brons) was het de eerste medaille op de Europese kampioenschappen.
Bij de vrouwen won de vijftienjarige Russin Joelia Lipnitskaja als jongste kunstschaats(st)er ooit, en direct bij haar debuut, de gouden medaille. Haar landgenote Adelina Sotnikova veroverde voor het tweede jaar op rij zilver. Het brons was voor de Italiaanse Carolina Kostner, voor wie het de negende EK-medaille was. Ze werd tussen 2007 en 2013 vijf keer Europees kampioene en won in 2006 brons en in 2009 en 2011 zilver.
Bij de paren wonnen Tatjana Volosozjar / Maksim Trankov uit Rusland voor het derde jaar op rij de gouden medaille. Voor Trankov was het zijn zesde EK-medaille. Naast het goud van 2012 en 2013 werd hij in 2008 tweede en in 2009 en 2010 derde met Maria Moechortova als partner. Ook het zilver en brons was voor Russische paren. Voor de vijfde keer betraden drie paren uit Rusland het erepodium, ook in 1992, 1994, 2005 en 2012 was dit het geval. Het was de dertiende keer bij de paren dat drie deelnemers uit hetzelfde land op het erepodium plaatsnamen, eerder werd het podium achtmaal door drie vrouwen uit de Sovjet-Unie gevuld. Ksenia Stolbova / Fjodor Klimov (tweede) wonnen na het brons in 2012 hun tweede EK-medaille en Vera Bazarova / Joeri Larionov (derde) na het brons in 2011 en het zilver in 2012 voor de derde maal een medaille op de EK.
Het Italiaanse paar Anna Cappellini / Luca Lanotte veroverde het goud bij het ijsdansen, wat na de bronzen medaille van 2013 tevens hun tweede EK-medaille was. Het duo Jelena Ilinych / Nikita Katsalapov uit Rusland won, na brons in 2012 en zilver in 2013, wederom de zilveren medaille. De bronzen medaille was voor het Britse paar Penny Coomes / Nicholas Buckland, die daarmee ook de eerste EK-medaille veroverde.
Vijfendertig mannen uit zesentwintig landen namen aan dit kampioenschap deel, waaronder de Belg Jorik Hendrickx die voor de vierde keer deelnam. Er deed geen Nederlandse man aan dit kampioenschap mee.
Zevenendertig vrouwen uit achtentwintig landen namen aan dit kampioenschap deel, waaronder de Belgische Kaat Van Daele en de Nederlandse Michelle Couwenberg die respectievelijk voor de derde en tweede keer deelnamen. Danielle Montalbano deed van 2010-2012 met Evgeni Krasnopolski bij de paren mee.
Twintig paren uit twaalf landen namen aan dit kampioenschap deel. Van de zes debuterende paren nam Miriam Ziegler in 2010 solo deel, nam Evgeni Krasnopolski van 2010-2012 deel met Danielle Montalbano, Natalja Zabijako in 2011 met Sergei Kulbach en Severin Kiefer van 2011-2013 met Stina Martini. Er deed geen Belgisch of Nederlands paar aan dit kampioenschap mee.
Negenentwintig paren uit tweeëntwintig landen namen aan dit kampioenschap deel. Van de zes debuterende paren nam Nikolaj Sørensen in 2010 deel met Katelyn Good. Er deed geen Belgisch of Nederlands paar aan dit kampioenschap mee.