Tot 1967 werd Taunus gebruikt als de merknaam voor alle Duitse automodellen van Ford Europa. Er bestonden destijds Duitse Ford-modellen Taunus 12M, 15M en 17M en een bestelwagen die "FK 1000" (Ford Köln) en later "Ford Taunus Transit" heette.
Met de introductie van de Ford Taunus type P7 in 1967 werd het beleid gewijzigd. De merknaam werd Ford en Taunus werd de modelaanduiding. Reeds bestaande modellen werden omgedoopt tot Ford 12M, Ford 15M, Ford 17M, Ford 20M, Ford 26M en Ford Transit. De letter M staat voor "Meisterstück" of "Masterpiece".
Modellenoverzicht:
Ford Taunus G93A / 10M[1] (1939–1942 / 1948–1952) "Bochel"
Ford Taunus G13 12M / 15M (1952–1962) "Wereldbolletje"
Nadat Ford in 1969 de populaire Ford Capri had geïntroduceerd werd in 1970 de modelnaam Taunus nieuw leven in geblazen voor een Europese middenklasser. Nagenoeg hetzelfde model werd gelijktijdig in Engeland geproduceerd onder de naam Ford Cortina. Vandaar de modelcode voor deze reeks TC (Taunus Cortina).
De reeks kenmerkte zich door ruime keus in uitvoeringen: L, XL, GT en GXL - later tijdelijk L, GL, S, en Ghia - en vanaf 1979 Standaard, L, GL en Ghia. Op de laatste uitvoeringen was een sportpakket leverbaar. De uitvoeringen heetten LS, GLS en Ghia S. Het populairste model werd de 2-deurs "coupe" die in Europa van 1970 tot 1975 geproduceerd werd.
Tot 1976 waren de Engelse TC-modellen nog zichtbaar, maar vanaf de introductie van type "TC 2" waren ze bijna identiek aan elkaar. De stationuitvoering van de Duitse Taunus TC werd Turnier genoemd, de Engelse Cortina TC-versie heette de Estate. Vanaf 1979 kwam de TC3 uit; deze verschilde slechts in details van de TC2. De TC3 kreeg vergrote achterlichten en knipperlichten opzij. In 1983 rolde de laatste Taunus van de band.
Voor introductie in de TC werd van de AmerikaanseFord Pinto-motor een Europese viercilindermotor met bovenliggende nokkenas (OHC) afgeleid. Ook kon de auto met de bestaande V6 Cologne-motor vanuit Keulen worden geleverd.
Ford Europa stond in deze periode bekend om een ruime keuze aan motoren en de hiermee verbonden wilde uitrustingsaanduidingen als L, LS, S, XL, XLR, GT, GTS, GTX, GTXL, GTXLR en GTSLR.
1,3 l, 55 pk, 4-cilinderlijn OHC
1,5 l, 65 pk, V4 OHC
1,6 l, 68 pk, 4-cilinderlijn OHC
1,6 l, 72 pk, 4-cilinderlijn OHC
1,6 l, 88 pk, 4-cilinderlijn OHC
1,7 l, 65 pk, V4 OHC
2,0 l, 90 pk, V6 OHC
2,3 l, 108 pk, V6 OHC
Opvolger van de Taunus in 1983 werd de Ford Sierra, die vervolgens in 1993 door de voorwielaangedreven Ford Mondeo werd opgevolgd.