Cumont was een fenomenaal productief wetenschapper (meer dan duizend gepubliceerde titels) en wordt beschouwd als een van de grootste oudhistorici die de Lage Landen hebben voortgebracht. De diepgaande manier waarop hij de studie van teksten en van het bodemarchief integreerde, blijft in tijden van interdisciplinariteit een aspiratie.
Levensloop
Cumont werd geboren te Aalst op 3 januari 1868 als zoon van Florent Cumont en kleinzoon van Charles Cumont, beiden ondernemer en liberaal politicus. Hij was de vijfde van acht kinderen van Florent Cumont en Maria Faider.
Na zijn studies werd Cumont in 1892 docent aan de universiteit van Gent om er in 1896 benoemd te worden tot gewoon hoogleraar. Hij doceerde er onder meer de vakken Historische kritiek toegepast op de oudheid en Filologische oefeningen Grieks. De ontmoeting met Joseph Bidez leverde een levenslange samenwerking en vriendschap op.
Omdat het werk van Cumont de onvergelijkbaarheid van het christendom ondergroef, weigerde de katholieke minister van Kunsten en Wetenschappen, Edouard Descamps, in 1910 om zijn benoeming voor de leerstoelRomeinse geschiedenis goed te keuren, tegen de unanieme steun van rector, collega's en studenten in. Cumont zag de weigering als een religieuze inmenging in de interne universitaire organisatie en nam ontslag op het moment dat Descamps de benoeming van de katholieke niet-specialist Alphonse Roersch goedkeurde. In 1912 ging Cumont, kwaad maar financieel een onafhankelijk man, zijn eigen weg. Hij vestigde zich als privé-onderzoeker in Rome, waar hij zich volledig wijdde aan de studie van de oosterse godsdiensten in de Romeinse oudheid. Later verdeelde hij zijn tijd met Parijs, waar hij de leermeester werd van Maarten Vermaseren.
In 1935 zat Cumont het belangrijke zesde congres over godsdienstgeschiedenis voor, waar het Vaticaan niet langer afwezig was. Ter inleiding sprak hij woorden die kunnen gelden als het leidende idee van zijn onderzoekingen: welke creaties waren sterker en duurzamer dan de spirituele krachten die volkeren hebben gemetamorfoseerd en rijken omvergegooid, zoals de onzichtbare inspanning van de wind wouden doet buigen en ontwortelt? Voor Cumont primeerden economische en staatkundige factoren niet op ideeën.
In 1939 was Cumont de eerste voorzitter van de raad van beheer van de Academia Belgica in Rome, die hij mee had opgericht. In 1947, net voor zijn dood, schonk hij zijn volledige bibliotheek aan de academie (het Fonds Franz Cumont). Na zijn dood werd een gedeelte van zijn correspondentie door zijn familie geschonken en in 1997 werd de rest overgedragen aan de Academia Belgica.
Op initiatief van Cumont kreeg België de opgravingen in Apamea toegewezen (eerste campagne in 1930).
Conservator en verzamelaar
In 1899 werd Cumont conservator van het Jubelparkmuseum in Brussel. Hij breidde met zorg de collectie uit, onder meer door de nalatenschap van Léon Somzée te verwerven, en spendeerde desnoods eigen middelen.
Tegelijk begeleidde Cumont de aankooppolitiek van de industrieel Raoul Warocqué, waaruit het Museum van Mariemont zou ontstaan. Hij werkte hiervoor samen met Jean De Mot en Jean Capart.
Nadat de regering Cumont in 1912 buitenwerkte door de functie van curator te schrappen, vertrok hij naar het buitenland.
Levensbeschouwing
Cumont, die als een agnosticus gold, geloofde dat de mensheid groeide naar een moreel humanisme waarin spiritualiteit een eigen plaats zou vinden naast wetenschap en politiek. Op het einde van zijn leven bekende hij zich tot het katholicisme.
Sinds 2006 wordt het werk van Cumont heruitgegeven. In deze Bibliotheca Cumontiana zijn 18 boeken met historisch-kritische inleidingen verschenen of gepland, onderverdeeld in de Scripta Maiora (monografieën) en de Scripta Minora (thematische bundels).
Les religions orientales dans le paganisme romain, 2010
Lux perpetua, 2010
Les mystères de Mithra, 2013
Recherches sur le symbolisme funéraire des Romains, 2015
Danny Praet, "L'Affaire Cumont: Idéologies et politique académique à l'Université de Gand au cours de la Crise Moderniste", in: Danny Praet en Corinne Bonnet (red.), Science, Religion and Politics During the Modernist Crisis, 2017, p. 339-402
Pieter Lambrechts en Gabriël Sanders, Franz Cumont, in: Theo Luykx (red.), Rijksuniversiteit te Gent. Liber memorialis, 1913-1960, vol. 1-1, 1960, p. 93-112